Menno ter Braak
aan
E. du Perron
Den Haag, 16 mei 1934
den Haag, 16 Mei '34
B.E.
Zooeven je brief. Nog hartelijk dank voor de schoone kaarten uit Grenoble. Lokt ons erg aan. Wie weet, dezen zomer? Ik schreef in dien tusschentijd niet, omdat ik weer eens overstelpt was met krantenwerk en toch geen dadelijke reactie van je zou vragen. Nu is het weer kalmer. Maar vele dingen bewaar ik voor mondeling. Ditmaal dus het hoogst noodzakelijke.
1e Ik kom alleen, want met Ant samen kunnen we het niet betalen, voor twee dagen wordt de reis wat duur, en in den zomer hopen we toch gezamenlijk naar Frankrijk te trekken. Het is jammer, maar langer wegloopen kan ik nu ook niet, dan gaat het van mijn zomervacantie af. Ik kom dan Zaterdag aan, Nord 17.10, volgens mijn oude spoorboekje, en hoop je dan daar te treffen. Ik ga Dinsdag weer weg.
2e Hein krijgt heusch een Politicus, maar er is er een op de krant, die hij zou krijgen; heeft de Lang die definitief gegapt (wat voorkomt), dan krijgt hij er één uit mijn privé-schatkist. Maar ik heb er al eenige bij moeten bestellen, dus vandaar deze afwachtende economie. Overigens heeft hij al lang mijn toezegging.
Over dezen Politicus mondeling meer. De verliefdheid op het dierlijke is natuurlijk onhumoristisch, zooals alles in het boek, wat zich tegen geldende normen richt. De arme hond heet werkelijk Laelaps, λαιλαψ (= stormwind, bij Homerus). [Het eerste ‘praatje’ over den Politicus is losgekomen. Van Ritter in het U.D. Gunstig en kletspraat natuurlijk. Ik eet mezelf op. Ik wil een volksche cultuur en blijf toch hyperintell. Enfin, wat iedere academische heer ervan zou zeggen.]
De zaak Smalle Mensch was al aan het rollen gebracht. Ik had Querido voorgesteld, dat een comité van vrienden de uitgave zou ‘garandeeren’, in dien zin, dat wij na een jaar zouden betalen wat er nog ontbrak aan het bedrag, dat de kosten goed zou maken. Hij antwoordde mij nu vanmorgen, dat hij je al een tegenvoorstel had gedaan. Nu je het al hebt aangenomen, kan ons initiatief vervallen, maar gooi er die 70 pag. in geen geval uit; dan hebben wij nog iets om te ‘dekken’. Het boek moet verschijnen, zooals jij het bedoelt en niet in een door Querido afgemeten vorm; dat is je reinste nonsens.
Voor het exposé zorg ik ook graag. Een lullificatie voor een prospectus is gauw gemaakt.
Brieven over Stendhal waren best, vooral I. De Lang bleek nog niet van ‘die meneer Stendhal’ vernomen te hebben en begreep niet, wat dat nu voor belang had, maar Schilt vond het mooi. - Ik wil wel eens naar die verharde-boekengalerij, als ik in Parijs ben. Is die dan open?
Schrijf nog even terug. En tot spoedig ziens dan! veel hart. gr., ook van Ant en voor Bep
je
Menno
De Karthuizer kruisen hebben mij ontroerd!
Zie ook de geactualiseerde versie van het notenapparaat van de brieven-editie Van Galen Last (1962).
Origineel: Letterkundig Museum, Den Haag