Menno ter Braak
aan
E. du Perron

Den Haag, 6 juni 1934

den Haag, 6 Juni '34

Beste Eddy

Met die G.W. is het een vervelende zaak geweest, omdat Kramers (door mijn schuld) niet begrepen had, dat er bijzondere haast bij de toezending was. Nu heeft wederom de goede Henricus Pannekoek ingegrepen (want Kramers had het nummer van den uitgever moeten betrekken) en uit zijn schatkamer het exemplaar per vliegtuig naar Parijs gedirigeerd. Ik hoop, dat het nu relatief nog op tijd is gekomen. Ik sluit ter nadere instructie een verslag van een Kuyle-voordracht in; zelf had ik geen lust om te gaan, wat mij achteraf spijt, omdat hij speciaal Dumay uitgekozen had voor deze gelegenheid.

Wat Jan Lubbes betreft: ik wacht met ongeduld, aangezien ik het nummer voor Juli in elkaar moet gaan zetten. Natuurlijk zal ik doen wat ik kan. Maar eerst moet de zending nog door naar Vestdijk en Vic!

Het stuk, dat ik over den Europeeschen geest schreef (vrij refereerend, ik had weinig inspiratie), liet ik je vandaag opzenden. Je zult er toch nog dezelfde gedachte in aantreffen, die ook jij in je brief uitspreekt: dat deze heeren an sich eigenlijk zwamneuzen zijn, maar dat hun conferentie door het moment weer een zekere betekenis krijgt. In zooverre behooren wij dan ook weer bij hen, hoezeer wij verder ook van hen differeeren. Ik stuur je het boek nog. Komisch overigens, al deze tijdelijke bondgenooten! Kramers en ik zweren tegenwoordig weer bloedig samen tegen den N.S.B. en in de Culclub wordt heftig door ons tegen alles wat fascistisch is geageerd.

Graaf Keyserling is (ik zie tot mijn genoegen, dat je spoedig bekeerd bent) een fluim; lees vooral het stuk van hem in l'Esprit Européen!

Als het kan, moet toch juist je stuk over Europa in het Europanummer!! Dat zou dan misschien (ik moet het nog met Zijlstra overleggen) in Sept. kunnen verschijnen.

Geef de Forums maar aan Antonini; ik heb ze niet dringend noodig en zal, ingeval van bundeling, dan wel probeeren ergens losse nummers op te scharrelen.

Ik zal morgen naar Darja gaan om de copie van Slau. Dezer dagen had ik geen tijd, met Pfeffermühle was ik nogal bezet. Ik heb n.l. deze menschen zeer in Het. Vad. geprezen en nu loopt het werkelijk storm; niet door mij overigens, maar door de kwaliteit van het werk. Gisteren heb ik uitvoerig met Erika Mann over de acteursquaestie gepraat; zij is bijzonder aardig, zonder een spoor van verlogenheid of aanstellerij en het au fond ook wel ¾ eens met onze theorie, maar het ¼ verzet zich natuurlijk toch. Zij is 28 jaar en op dit moment werkelijk gaaf gebleven; maar over 30 jaar, na 2000 Maria Stuarts en 3500 Ophelia's? Bovendien heeft de Pfeffermühle dit voordeel, dat hij nu een idee vertegenwoordigt, en dat is op zichzelf al zeer sympathiek.

Aan de Kom zal ik in Het Vad. niet kunnen raken. Hoort bij de politiek, wordt ongetwijfeld door een red. binnenland afgedaan. Ik ben ‘voor de litteratuur’. Er was vandaag trouwens een brief van een abonné aan Schilt, die verzocht mij naar Buitenland over te plaatsen; ‘daar kon ik dan openlijk mijn vaderland verraden.’ Gelukkig is Schilt nog een liberaal van den ouden stempel...

hart. gr. ook van Ant voor jullie beiden

je

Menno

N.B. Ik heb mijn vacantie van 29 Juli tot 26 Augustus. Wij zullen dus langs elkaar heen gaan, als jullie Tanger bezoekt. Jammer!

Zie ook de geactualiseerde versie van het notenapparaat van de brieven-editie Van Galen Last (1962).

 

Origineel: Letterkundig Museum, Den Haag

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie