E. du Perron
aan
Menno ter Braak

[30 juni 1934]

Vrijdag.

Beste Menno,

Wat een pak van mijn hart! de copy is de deur uit, werd vandaag naar je toegezonden. Ik wacht met verzenden van dezen brief tot morgen, omdat er dan misschien antwoord van je is, want dit schrijven in de ruimte is maar half aardig. Ik ben zeer benieuwd om je opinie te hooren, zoowel over de vorige zendingen als over deze.

Dus, òf je neemt alles op, en plaatst het ding dan in 2 stukken, in Augustus en September (in dat geval het 1e stuk na het fascisme afbreken), òf je neemt er fragmenten uit, al lijkt mij dit in ieder geval onbevredigend...

Vraag Ant dan om het ding over te typen of laat het door iemand anders typen, want Querido moet in Juli een afschrift hebben. [Als het wat kosten moet, wil je het misschien wel zoo lang voorschieten?] Het hoeft in geen geval in 2 exemplaren, want als je alles neemt, houd dan mijn ms. voor Forum en stuur mij nog even het afschrift, opdat ik het kan nazien, - en als je fragmenten neemt, stuur dan mijn complete ms. naar Querido door, en laat voor Forum alleen de gekozen fragmenten overtypen.

Stuur niets naar Q. nog, voordat je mij geantwoord hebt, want ik moet hem dan ook nog even schrijven. Zeg vooral of je eventueel ook Jan Lubbes een goed einde vindt voor mijn bundel, of dat die absoluut met Ons Deel van Europa moet eindigen.

Bedenk dat er bij alles haast is, dus dat die getypte copy zoo gauw mogelijk klaar moet zijn. De proeven van De Smalle Mensch komen nu met groote snelheid binnen; ik ben al tot blz. 96 klaar met corrigeeren. - Ik las, met het oog op mijn stuk over Hamlet ook nog een Hamlet-ontwerp van Stendhal, dat mij erg curieus leek, maar het viel heelemaal niet mee: hij maakt er een soort Cid van, erg espagnolistisch! Maar hij was 19 jaar toen hij het schreef, dat is als excuus wel geldig genoeg. (Toen zijn eerste roman verscheen, was hij 44!)

Lees vooral het boekje van Ehrenburg dat ik je aanraadde. Het is erg boeiend en dikwijls heel raak, al is de man vóór alles een ‘nauwgezet dienaar van de Sovjet-Unie’. Zijn stuk over Malraux, dat ik hier eindelijk in zijn geheel gelezen heb, zit nog vol kleine addertjes, en bewijst dat hij af en toe ook ernaast kan lezen. Maar zijn stukken over Duhamel, Mauriac, Romains, de surrealisten, zijn voortreffelijk, en zeer ‘pittig’; ook over Morand en het fransche onderwijs. - Lees verder Pages de Journal van Gide (N.R.F.), dat pas is verschenen. Als gewoonlijk: vol rare oudetantes-manietjes, maar ook vol subtiele en uitstekende dingen, vooral tegen de bezitters van de Waarheid = de katholieken. Het zou je kunnen verkwikken.

Misschien schrijf ik hier morgen nog wat bij, als ik dan tenminste antwoord van je heb, potvermille!

Zaterdag.

Zou je Hein willen vragen om mij zijn ex. van Harten en Brood te zenden? Niet omdat ik het nog eens wil bespreken of zoo, maar ik wil het nog eens doorzien in verband met een paar prachtige opmerkingen van Gide over de sociale smeerlapperij van de katholieken. Ik geloof dat dit boek ook hiervan een illustratie is. Misschien schrijf ik later nog eens een stuk waarin ik dit, en de Eroica van Theun, en Liefde in de Portieken eens ‘sociologisch’ zal bekijken. - Is de Eroica al uit? Als je het voor de krant ter bespreking krijgt, wil je het mij dan vooral sturen? Ik kan al deze dingen toch niet meer koopen. - Heb je misschien ook Het Stalen Fundament van Last?

Hartelijke groeten van je

E.

Origineel: Letterkundig Museum, Den Haag

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie