E. du Perron
aan
Menno ter Braak
Parijs, [1 november 1934]
Parijs, 1 Nov.
Beste Menno,
Het is vandaag feestdag hier (Allerheiligen), maar morgen stuur ik je een gebonden ex. Smalle Mensch, met verbeteringen en inscriptie. Geef jou ex. dan aan den heer van Crevele, als hij tenminste nog altijd je Peter Gast is.
Dat Bakoenin op Nietzsche lijkt, geloof ik niet. Ik las een biographie van hem + zijn fameuze confessie aan den Tsaar, en vond hem een flauwekul-kant hebben (bohème, slimmerig, etc.) die bij N. zeker ontbrak. Ik vind B. wel sympathiek, maar met alle reserves. En zijn verhouding tot den discipel Netsjaev is bepaald tragikomisch.
Querido van de enquette stuurde mij, z.g. bij misverstand, 4 exx. S.M. die hij mij in rekening heeft gebracht. Vandaar dat ik je dit geb. ex. sturen kan. Maar wat ik met die 3 andere ingenaaide moet doen, weet ik niet. Ik vind het toch nogal een jodenstreek dat hij mij even voor fl. 20. - opschrijft, voor een boek waaraan ik fl. 500. - heb meebetaald. 's Mans manieren op dit gebied bevallen mij niets.
Wanneer krijg ik wat van je dialogen te zien? - Ik ga nu voor 2 dagen met Bep het bosch in, Zaterdag of Zondag werk ik aan die congres-dingen (ik heb nu alles gelezen ervoor); Maandag begin ik weer aan Wijdenes!
Je polemiek tegen Huizinga is uitstekend, en de hooggeleerde van zijn kant was echt bitter en kwaad (hij arme!) - ik heb de beide stukken naar Jany doorgestuurd.
Documenten over congres las ik in Commune no 13-14, uitg. 24 rue Racine, Parijs. Maar vraag Gans om je duitsche teksten te bezorgen, die zijn wschl. nog beter.
Hart. groeten van je
E.
Zie ook de geactualiseerde versie van het notenapparaat van de brieven-editie Van Galen Last (1962).
Origineel: Letterkundig Museum, Den Haag