Menno ter Braak
aan
E. du Perron

Den Haag, 19 februari 1936

den Haag, 19 Febr. '36

Beste Eddy

Je hebt zeker den brief van Ant wel gekregen, waaruit je gebleken zal zijn, dat we je plan zeer toejuichen en dat alleen een paar dagen onze logeerkamers zijn bezet. Ik had het voortdurend zoo druk, dat ik niet aan schrijven toekwam. Het seizoen is dit jaar abominabel vermoeiend; de laatste anderhalve week heb ik ook weer niets aan mijn boek kunnen doen, omdat mij de concentratie absoluut ontbreekt. Misschien neem ik in het voorjaar een week vacantie; in één week, die ik dan geheel voor mezelf heb, kan ik meer doen dan in drie maanden krantenvak. Ideeën heb ik genoeg, teveel zelfs, na een tijd van leegte; maar ik kan alle perspectieven niet vasthouden, gewoon omdat er telkens een lamme en idiote tooneelgeschiedenis tusschen door komt, die me nachtwerk bezorgt en dientengevolge overdag sufheid. Een enkele maal (zooals in het geval H. van Eyk) schrijf ik een artikel werkelijk voor mijn pleizier; maar wat een hopeloos trekken, als ik, zooals verleden Zondag, opruiming moet houden onder een hoop heele en halve prullen, met als culmen... Aart v.d. Leeuw! Gelukkig heb ik deze week Kafka gekozen; hoewel het niet gemakkelijk is daarover in een krant te schrijven, heeft hij tenminste boeiende substantie.

Hartelijk dank voor de boeken! Ik lees tusschen alles door toch nog. Zoo dezer dagen het boek van Tagore over Gandhi, dat jij me laatst zond; het heeft me, ondanks de keiig-leninistische zelfverzekerdheid van dien Indiër, zeer geïnteresseerd om het onderwerp, vooral de kasten. Nu heb ik uit de K.B. de wetten van Manu gehaald, waar Nietzsche enthousiast over schrijft; en inderdaad, het is onbegrijpelijk, maar die wetten zijn boeiend! Een maatschappij, die geen mensch kent, maar alleen vier streng gescheiden menschensoorten, metaphysisch onherroepelijk gescheiden, omdat zij resp. uit Brahman's mond, biceps, dij en voet zijn ontstaan!

Je aanteekeningen over het Congres zijn uitstekend, veel levendiger en raker nog dan de eerste groep. Ant heeft ze in één adem gelezen, en zag het heele geestelijke gebeuren voor zich. Overigens is het heel begrijpelijk, dunkt me, dat je na Ducroo een inzinking hebt. Het boek is een complete afsluiting van een periode; de ‘eerlijkheid’, het ‘niet-acteeren’ kun je in deze richting onmogelijk verder doorvoeren, je zult op een of andere manier een nieuwe vermomming moeten vinden. Dat je daarvoor zelfs een baantje zou wenschen, kan ik me ook voorstellen, maar wensch het niet te overtuigd! Bij tijd en wijle is het een last, en vooral, als het nog eenig persoonlijk initiatief eischt. Het eenige groote voordeel ervan is, dat het je zoo noodzaakt voortdurend op een niveau van niets dan halve waarheden en inspireerende gemeenplaatsen te leven, die je haast dwingen om er zoo nu en dan aan te ontsnappen. Het systeem Varangot ambieer ik nog niet. Ik hoorde van deze persoon overigens niets meer, hoewel Wim hem nog eens heeft laten weten, wat hij van dit alles dacht. Waarschijnlijk is hem deze aanval van energie al te veel geweest. Ik verlang trouwens niet iets van hem te hooren; hij kan, nu hij mijn uitdaging om zijn standpunt eens behoorlijk te verdedigen beantwoord heeft met een fluim, voor mijn part zijn heele leven verder door vegeteeren en al vegeteerende nog martelaar van een superieure levenshouding worden ook.

De zaak met Romein vertoont eenige vordering, aangezien Kernkamp wel mee wil doen. Maar het gaat mij precies als jou: ik walg van de politiek. Meer dan ooit heb ik het gevoel, dat wij daarmee niets te maken hebben; niet uit happy-few-superioriteit, maar omdat wij die rol niet hebben te spelen. Maar in vredesnaam maar weer verder zonder veel overtuiging. De antifascistische studenten van De Sleutel hebben mij gevraagd om 5 Maart voor hen te spreken, en ik heb dat ook geaccepteerd, hoezeer ik ook genoeg heb van de ‘actie’. De N.S.B. wordt, dat is waar, steeds openlijker ploertig en anti-semiet. Mussert heeft zich onlangs ook uitgelaten over de ‘kunstjoden’, die hij er met geweld uit zal drijven. En het rumoer om La Kermesse Heroïque, dat hier n.b. verboden zou moeten worden, is het toppunt. Ik heb er in de krant maar weer eens over geschreven, en een verbod van Jan Steen en Kamperuien geëischt.

Je weet dus, dat je hartelijk welkom bent. De verwarming zal wel te regelen zijn, en dan: het wordt misschien wel lente. Ik zou Chiaro deze maand graag weer iets zenden, maar ik heb niets over, vanwege mijn belastingschuld. Mocht hij in absolute nood zitten, laat het me dan even weten, dan tracht ik ergens iets ‘los te maken’.

hart. gr. onder ons vieren,

je

M.

Het stuk in de Febr.-aflevering van Gr.-Ned. van Het Vijfde Zegel vind ik een nogal zware inzinking. Litteratuur, zonder innerlijke spanning. Wat was jouw indruk? - De poëzie van Slau slecht.

Zie ook de geactualiseerde versie van het notenapparaat van de brieven-editie Van Galen Last (1962).

 

Origineel: Letterkundig Museum, Den Haag

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie