E. du Perron
aan
Menno ter Braak
Batavia, 13 februari 1938
Batavia, 13 Febr. 1938.
Beste Menno,
Ik schreef je vanmorgen, maar deze Zondag is nogal vruchtbaar gebleken, vnl. omdat ik daarna peuterde in die Blocnotes van me. Ik weet zoowaar niet meer of eig. in Januari niet de heele collectie is opgeruimd; ik kan me tenminste niets herinneren van wat ik later nog geschreven kan hebben. Of was er toch nog wat, en zette je nog wat in Februari? Zoo ja, dan staat die rommel er nu al 14 dagen in, maar ik zal 't pas zien over een maand, denk ik!
In ieder geval, ziehier. Ik zond Jan Gr., een week geleden, een blocnoot met een beschouwing over 't misverstand ten opzichte van Ducroo, dat ik met de jaren heb waargenomen. Uit Tjitjoeroeg nog zond ik hem een bloknoot over die lezing van Robbers - over ‘intelligentie’ in auteurs, je weet wel. Ik kreeg er nooit antwoord op, maar dat doet Jan wel meer niet. Voor alle zekerheid doe ik een copie daarvan hierbij. Werd het ding al geplaatst, dan gooi je deze velletjes wel weg. Anders graag daarmee beginnen voor deze laatste reeks.
De rest is eenvoudig, lijkt me. Het is echt een laatste paketje. Die blocnoot die ik een week geleden naar Jan zond, moet je van hem vragen en ertusschen zetten, als jij tenminste nog altijd deze proeven ‘verzorgt’. Ik ben je echt dankbaar voor al de moeite! Maar 't zal je misschien plezier doen dat ik in zekere mate - 10 ×, 100 × minder dan ik het zou willen - op het geblaf van dien poen Hamburger (gezegd De Man) reageerde.
Kan je je met Jan en Gr. Ned. dus verstaan om van deze reeks de laatste te maken? Daarna kan ik me met de boekuitgave bezighouden. Als Jan en jij perse geen uitgever weten in Holland, die 450 blzn. wil uitgeven voor zijn (gedeeltelijke?) risico; informeer dan naar een goedkoopen drukker en een uitgever die zich dààrmee zou willen bezighouden. Ik zal zelf - met Bep - hier nog wat schiften. Voelt niemand ervoor, dan wend ik me tot Querido en vraag zijn condities en wat 't bij hèm zou kosten. Een deel van de oplage maak ik zeker goed. Maar 't stuit me tegen de borst om dit boek in te houden, omdat Jan Lubbes er zoo tégen is.
Schrijf er me nog even over. Vooral of je er de inleiding voor wilt schrijven. Maak die dan ook absoluut vrij, schrijf wat je van mijn beroerde kanten vindt, als je daar lust in hebt, geef een ‘gebruiksaanwijzing’ in optima forma, als je daartoe gestemd zou zijn.
Tot zoover. Morgen moet ik weer naar bureau, en het meest van alles hindert mij het op een bepaald uur opstaan, moeten opstaan, want ik slaap nog altijd even beroerd. Als ik dan om half 7 uit bed moet, zou ik de heele wereld kunnen uitspuwen. Ik zou met plezier harder willen werken, als ik den tijd wat meer aan mezelf had.
Nogmaals het beste van ons 2 voor jullie 2, steeds je
E.
Zie ook de geactualiseerde versie van het notenapparaat van de brieven-editie Van Galen Last (1962).
Origineel: Letterkundig Museum, Den Haag