E. du Perron
aan
Menno ter Braak

Batavia, 11 april 1938

Batavia, 11 April 1938.

Beste Menno,

Ingesloten dan dat stuk waarover ik je in mijn vorigen brief schreef. Wil je dit knipsel doorzenden naar Jan? Hij krijgt ook een gewoon ex., en jij ook (ik bedoel: een ex. met gewone post), maar deze luchtmailbestelling doe ik liever maar ééns.

Ik geloof dat ik binnenkort mijn brieven ga typen, want je weet niet hoe'n moeite 't me kost om dit nog zoo op te schrijven als ik 't nu doe. Neurasthenie die zich in mijn handspieren heeft genesteld? Ik ga een glas ‘stroop’ met ijswater drinken, ook tegen de hitte. Bep ligt er op 't oogenblik lamgeslagen van.

Laatst hadden we een groot, weemoedig gesprek - met Ritman van 't B.N. en Samkalden - over de tegenw. rotzooi in Europa, over onze lafheid om hier te blijven, over onze betrekkelijke veiligheid hier, enz. Heb je tòch geen lust om hier te komen? Ik kan met Brugmans Jr. een samenkomst beleggen bij Ritman (die zeer met hem bevriend is) en hem aansporen dat hij jou uitnoodigt voor de literaire faculteit in 1939. Misschien zonder uitwerking - wschl. zelfs - maar 't is te probeeren.

Ik weet niet of Zentgraaff-de-alomgevreesde niet vanavond of morgen ingaat op die laatste 14 regels van mijn artikel, die voor hem geschreven, die een knip voor zijn neus, zijn. Zoo ja, dan ben ik morgen of overmorgen misschien gewikkeld in een homerische ned. indische ‘drekpolemiek’, want ik ben van mijn kant besloten dezen ploert te trappen zoo hard als ik kan. Alleen: hij heeft de medewerking en vrees van iedereen, en ik zal moeten strijden met gesaboteerde middelen: losse vellen die ik zelf laat drukken of zooiets misschien wel. Want met de lieden die zelf tegen Z. zijn wil ik me weer niet verbroederen, in nagenoeg alle gevallen.

Enfin, we zullen zien.

Verhoeven had gisteravond op de Harmonie hier een hoogst vermakelijk gesprek met zekeren heer Povell, nu secretaris van de soos, ex-planter, die 't uitvoerig over mij had. Deze man had medelijden met mij, zei hij, want ik zocht immers ook de waarheid, maar 't kwam hem voor dat ik dat niet deed op de juiste basis, terwijl hij, katholiek, die juiste basis wèl had. En mijn boek Het Land v.Herk. had vele menschen hier voor 't hoofd gestooten. En eigenlijk was ik nu zoo'n beetje uitgekotst, en als ik zoo doorging zou ik 't zeker niet ver brengen in Indië. Maar als ik naar hèm wilde luisteren, dan kwam alles best nog terecht. Ik moest om te beginnen veel op de Harmonie komen - te beginnen met hedenavond, alswanneer daar een groot feest zal zijn met veel zeeofficieren! - en verder werd er nu een daad van me verwacht. Op de vraag v. Verhoeven wat die daad zou moeten zijn, kreeg hij te hooren dat het natuurl. een nieuw boek moest zijn, maar dan om 't L.v.H. ongedaan te maken, een boek in de lijn van de groote geesten als De Kat Angelino en zoo. En anders kwam er niets van me terecht! (dit met een slag op de tafel).

Verhoeven vermaakt zich erg met zooiets, maar niet zonder een zekere lulligheid. Véél van hem verwachten - dwz. dingen van hem verwachten die vallen buiten zijn reeële goeiïgheid - doe ik niet; ook hij is doodsbang voor Zentgraaff en zit nu al in duizend angsten dat Z. zijn toorn - indien door mij opgewekt - zal uitstrekken over 't gansche Landsarchief.

Dit land is goed, als men erin slaagt Jan Lubbes Kolonisator in alle variaties te negeeren. Anders is 't om te verrekken van de onbeduidende pestrotzooi waar je telkens weer mee te maken hebt.

Maar ik weet niet of dit je wel interesseert en vergeleken met de razernij in Europa is 't wschl. nog heilig. Alleen heb je in Europa je eigen vrienden, terwijl je hier hoogstens geschikte kennissen maakt, die zelf nog met alle banden aan 't verdere ploertendom vastzitten. Schrijf me eens, want ik schrijf nu 4 × tegen jij eens.

Hartelijke groeten onder ons vieren, steeds je

E.

P.S. - Ik las nu in 't Crit.Bull. het art. v. Gans ‘tegen’ L'Espoir. Zooals hij 't stelt, is daar niet veel tegenin te brengen. Ik denk toch dat ik over L'Espoir ga schr. voor 't B.N. Zeg Jan dat Ritman nu ook al verwoed ‘Greshoviaan’ is geworden; hij leest zelfs zijn vrouw voor uit Jan's gedichten en na mijn stuk over Rebuten wil hij nu ook al die bundels lezen. Reb. heeft hij al gekocht. Is dat niet braaf?

Zie ook de geactualiseerde versie van het notenapparaat van de brieven-editie Van Galen Last (1962).

 

Origineel: Letterkundig Museum, Den Haag

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie