J. Greshoff
aan
Menno ter Braak

[Schaerbeek, 2 maart 1933]

Beste Menno,

Hartelijk dank voor je lange brief. Handel geheel naar goeddunken met panoptikummen. Het stukje over de bloemlezingen kan het beste wachten. Ja, het is een lastig en vervelend werk om een goed nummer samen te stellen. De vergadering op 12 Maart schikt ons opperbest. Er kan maar één logeeren als Angèle thuis is. In dat geval lijkt Eddy me als de armste de aangewezen man! Als Angèle uitgaat kan ik er twéé bergen. Dat hoor je nog wel bijtijds.

Maurice is oogenschijnlijk goed, maar ik hoor van de buitenwacht, dat hij au fond nog nijdig is. Tant pis. Maar het spijt mij toch, want ik had hem, met al zijn vooroordeelen, toch nog iets vrijer en hooger getaxeerd.

Over de zaak Zijlstra-Elsschot nader, zoodra we het Ms gelezen hebben. Ik kreeg gisteren nog een briefje van hem, melden dat hij het boek aan mij had opgedragen, hetgeen mij veel plezier doet.

Als mij nog verder panops invallen stuur ik ze je wel en dan scharrel je d'r maar net zoo mee als je wilt.

Ik verheug mij op de Maartsche bijeenkomst.

Veel hart. gr. geheel je

Jan

 

Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie