J. Greshoff
aan
Menno ter Braak
12 november 1933
12 nov. 33
Beste Menno,
Als het jullie schikt komen Aty en ik Zaterdag 18 nov. '33 (St. Odon) om ± 3 u. (namiddag, natuurlijk) bij jullie; en we vertrekken om ± 8 u. weer naar Brussel.
Als er onverhoopt!!!! bezwaren bestaan schrijf dan
p.a. Mevr. M.P. Brunt
42 rood Hyacintenlaan (nb teleph aanwezig)
Haarlem
Vrijdag heb ik het Gr. Nederl. diner, waar - naar ik van harte hoop - spijkers met koppen geslagen zullen worden.
Ik ben nog altijd midden in mijn ‘inzinking’ (moe, down, met hoofdpijn bezwaard).
Met ‘collegiale’ groeten! En een vriendschappelijke hand - veel liefs van gade tot gade, geheel je Jan
Z.O.Z.
Deze brief was al geschreven toen de post mij Dumay bracht, tegelijk met een briefk. van Coenen, die er zijn enthousiasme over uitsprak.
Hartelijk dank voor je zending. Ik zal het boek mij eens echt op mijn gemak mèt H. Court doorlezen.
Je stuk in Het Vaderland is, ook als kranten stuk, excellent! Voor ieder verstaanbaar en toch ook niet te populair. Het heeft vooral een prettige toon, niet de toon van den betweter-dicticus, maar den toon van de ‘verteller’. Ik ben er zéér over te spreken. Vooral omdat het dikwijls moeilijk is om de juiste toon voor de krant te pakken te krijgen zonder in het vulgariseerende en vulgaire te vervallen.
Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum.