Menno ter Braak
aan
J. Greshoff
Den Haag, 11 oktober 1937
Den Haag, 11 Oct. '37
Beste Jan
Hartelijk welkom! De bedden zijn gereserveerd, het gemeste kalf zal worden geslacht, voor zoover aanwezig.
Toen je briefkaart kwam, had ik het boekje van Jan Kempe juist net met groote vermaaktheid gelezen, en er een stukje over geschreven (zie Zondagochtend Vad.)! Dat het van Johan van der Woude kon zijn, had ik absoluut niet gedacht! De man moet dan wel een complete innerlijke overschakeling hebben doorgemaakt, want zijn stijl lijkt in niets op het gemeenplaatsige geschrijf, dat hij tot dusverre van zich placht te geven.
Ik zit nog steeds te lutheren. Er moet iets uit geboren worden, merk ik. De titel zal zijn: ‘De Hervormer en zijn trouwe Duivel’. Het vervelende is, dat ik het heele geval als compleet voor mij zie, en nog allerlei materiaal moet doorlezen om die visie te verifieeren. Ik denk, dat het een essay van een 20 à 30 pagina's wordt. - Verder heb ik het eerste schema van mijn roman geteekend!
Tot nader.
Veel hartelijks onder ons
je Menno
Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum