Menno ter Braak
aan
J. Greshoff

2 maart 1938

Den Haag, 2. III. '38

 

B.J.

Hierbij twee brieven van Eddy, die, dunkt mij, nieuwe wrijving aankondigen; te meer, waar ik hem te kennen heb gegeven voor die blocnote-uitgave van 450 pag. niet te voelen, en waar het stukje over Robbers nog ‘hangt’. Je zult uit deze brieven kunnen zien, dat hij ± 80 pag. geschreven heeft nu weer tegen Saks c.s. en over het ravijn. Ik had gedacht, dat hij in 6 - 8 pag. nog even een samenvatting zou geven van wat de critiek op zijn boek had ‘opgeleverd’ (waar aanleiding toe was en wat aardig had kunnen zijn); maar deze uitdijing lijkt me toch op het maniakale af, en vermoedelijk alleen nog geschikt voor een (niet bestaand) tijdschrift, uitsluitend gewijd aan Multatuli (zooiets als de Vondelkroniek van pater Vondelboer). En waarom hij zich nu speciaal tot mij wendt? Ik heb over Gr. Ned. niets te zeggen, maar ik vermoed, dat je voor deze groote bezending wel weinig zult voelen. Eddy zou er maar een brochure van moeten maken, dat lijkt me het eenige.

Al deze dingen zouden niet zoo erg zijn, wanneer ik niet achter alles, door allerlei kleine nuances in de stijl, voelde: het dreigement met de ‘hooge ontevredenheid’van den miskende, met de boosheid van den verwenden jongen, die niet gauw zijn zin krijgt. Het is beroerd, dat ik dat moet constateeren, maar ik kan het niet anders voelen. En in welke versnippering begeeft E. zich nu toch! Hoe vaak heeft hij nu al niet definitief afgerekend met de Hollanders, en hoe vaak is hij er al niet weer op teruggekomen? Dat Bep hem voor gek houdt, is waarschijnlijk beeldspraak, maar iets waars zit er waarachtig in. Hij wil gelijk krijgen van menschen, die hij veracht, hij wil Jan Lubbes door overstelping overtuigen, terwijl hij hem als ongeneeslijk heeft afgeschreven!

Verder moet dat stuk van Bep ineens weer worden weggegooid, terwijl het al gezet en gecorrigeerd is. Ik heb het daarvoor herlezen en vond het een alleraardigst stuk, zeer geschikt voor Gr. Ned., veel beter dan voor de krant b.v.! Ik zal haar dat ook nog schrijven, dus geef nog geen order aan v.H. & W. Maar antwoord mij eerst omgaand, wat ik moet aanvangen met die nieuwe Saks-historie, of liever: hoe jij er tegenover staat. Ik zal dan nog eens over de mogelijkheid van een brochure piekeren, maar ik weet momenteel nog geen enkele mogelijkheid.

Refrein: onze E. is een verdomd lastige vent. Ik zal het echter zoo lang mogelijk trachten te camoufleeren in mijn brieven, dát ik zijn manier in dezen niet apprecieer, dat is nog de eenige kans op ‘vrede’. Maar per slot van rekening kan ik hem bepaalde inzichten toch niet onthouden.

Elias heeft mij eenige dagen geleden een deurwaardersexploot voor Elsschot beloofd, maar het kwam tot dusverre niet.

Tot nader! Veel hartelijks 2 × 2. Groet ook Rien; zij is hier natuurlijk welkom, maar Ant zal haar nog even schrijven.

Menno

 

Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie