Menno ter Braak
aan
J. Greshoff

Den Haag, 4 maart 1938

Den Haag, 4. III. '38

 

B.J.

Dank voor je brief. Ik zal Eddy schrijven, dat m.i. de plaatsing in Gr. Ned. als geheel onmogelijk is, maar hem tevens vragen mij de copie te sturen; Ik zal dan, als hij er niets tegen heeft, probeeren de meest essentiele stukken eruit te halen. Het lijkt mij ondoenlijk om de heele zaak in vervolgen te publiceeren. Als hij erop staat, dat alles gepubliceerd wordt, kan hij er beter een speciale brochure van maken. Het rare van het geval vind ik, dat E. wel weet, maar niet inzien wil, dat Gr. Ned., om ons althans een permanente mogelijkheid van publicatie te blijven verschaffen, geen vervolg op Forum kan zijn. Een nummer als dit Maart no. (dat ik zojuist ontving) is een uitstekende specimen van de soort, objectiviteit die je beoogt, en die toch duidelijk genoeg de sympathieën van de redactie laat uitkomen. Ik heb respect voor de wijze waarop je de saneering tot stand hebt gebracht en daardoor ons voor complete tijdschriftloosheid bewaard; want bij god, wat zijn De Gids, Elsevier, De Stem voor ons! Ga zoo voort, je hebt mijn volledigen steun.

Je ‘Ikaros’ (waarover ik je bij het verschijnen van de boekuitgave natuurlijk uitvoerig zal schrijven) heb ik met grote gespannenheid tweemaal herlezen. Het is een prachtig gedicht, en voor mijn gevoel, ondanks eenige thematisch herhalingen, absoluut niet te lang. Wel blijft de ‘bekeering’ iets theoretischer dan de ‘opvlucht’, maar dat ligt dan aan de geaardheid van het beestje, het slot is een werkelijk koninklijke afsluiting. Maar als geheel bevalt mij toch deel I het best. De brandende bittervrienden zijn een vorm van apocalyptische poëzie, die mij sterk aangrijpt.

De beide zondagen die je noemt voor de Slauerhoff-vergadering schikken mij helaas niet. Maar ik acht een spoedige bijeenkomst ook dringend noodzakelijk, kan het niet op een dag in de week? Parijs hangt nog in de lucht; ik zou graag even willen uitbreken, maar er is telkens een beletsel.

Uit bijgaande correspondentie (graag retour) zul je zien, dat er van mijn Vlaamsche radio lectum niets komt. De onbeschaamdheid van dit tuig gaat mij te ver, en ik prefereer dan het gebaar van Elsschot verre boven gehandel over minder ‘nette’ passages. Alleen waneer zij zich compleet excuseren, kom ik op mijn weigering terug, anders in geen geval.

Deurwaarder exploit van Elias gekregen en doorgezonden. Ook de proef van ‘Mass und Wert’ is aangekomen.

Veel hartelijks v.h.t.h.

je Menno

 

Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie