Menno ter Braak
aan
J. Greshoff
Den Haag, 13 augustus 1938
Den Haag, 13 Aug. '38
Beste Jan en Aty
Bij thuiskomst, na zeer voorspoedige reis, vonden we jullie brief, waarvan de inhoud volkomen correspondeert met onze eigen gevoelens. Inderdaad, ook voor ons was deze ‘proefneming’ volkomen geslaagd, en meer dan dat. Geen moment hebben we zelfs maar een spoor van ‘wrijving’ gevoeld, hetgeen op reizen toch bijna nooit uit blijft. <Vermoedelijk hebben we dezelfde vegetatieve basis, die voor zulke ondernemingen als reizen en samen wonen het allerbelangrijkste is.> Het beste bewijs daarvoor is trouwens, dat we nog heelemaal in de Verne-sfeer leven, en Den Haag maar matig verdragen! Alles lijkt hier dichtgeplakt en onwezenlijk. Bij aankomst was het weer mooi, maar vandaag is het al weer precies zooals het behoort: kil en winderig. Ik heb het vestje weer aan; de bretels en het boordje functionneeren na vier weken met nijdige gezichten. Met ‘Het Vaderland’ heb ik nog geen contact gezocht, omdat ik deze vacantiedagen nog als zuiver particulier wil doorbrengen.
Ja, het was voor ons beiden een overheerlijke vacantie. Ook de laatste dagen konden moeilijk beter geweest zijn. In Arles zou ik graag een paar maanden willen wonen en werken: iedere dag even naar de Aliscamps, of op de Place du Forum! Waarom weet ik niet, maar Arles gaf mij in veel opzichten dezelfde sensatie als Venetië; misschien, omdat het precies dezelfde prettige mixtum oplevert van het oude en het nog levende; het is geen doode stad, hoewel ‘tot den hals toe volgeladen met dooden’, om het met Vestdijk te zeggen. Les-Baux was een hoogst merkwaardige sensatie; wij zagen het bij prachtig avondlicht op de kalkrotsen.
Nîmes heeft veel minder charme voor mij dan Arles; het is een stad met monumenten, maar geen geheel. Hoewel de Jardin de la Fontaine heel mooi is, met de Tour Magne. Avignon hebben we uiteraard niet grondig gezien, maar het papenpaleis is grandioos van buiten; het interieur is echter zoo onherkenbaar geworden, dat het mij niets zei en de inwendige bezichtiging, in gezelschap van een hoop dagjesmenschen, best achterwege had kunnen blijven.
De thuisreis verliep uiterst vlot, en we overschreden de grens met precies 1 franc over. De berekening klopte dus uitstekend.
Wij hadden met pleizier nog een tijd willen blijven. Maar deze drie weken waren toch een voortreffelijke kuur. Ik voel zelfs neiging om met het schrijven van mijn nieuwe boek te beginnen, maar het zal voorloopig nog wel bij goede bedoelingen blijven.
Van Adriaan vond ik hier een brief als antwoord op een kaart, die ik hem uit Arles zond. De Lang stuurde hem vast een boek op proef om te recenseeren (van Chesterton), wat ik vreemd vind, want dat is niet zijn, maar mijn zaak; ik heb het ding niet eens onder oogen gehad! Enfin, zoo is deze heer. En verder gêneert hij zich, terecht, over zijn ontwerp manifest. Laat hij het nu maar eens beter overdoen.
Ik zal Maandag mej. Mulder te pakken zien te krijgen, voor een niet-bindende, voorloopige conferentie. Je hoort omgaand het resultaat.
Nog heel veel dank voor jullie vriendschap en gastvrijheid!
Menno en Ant
Wat kookte de vrouw Marie toch lekker! Hier is het weer alles bij het oude, wat de restaurants opleveren.
Wil ook de dartele Riemvis(ch?) zeer hartelijk van ons groeten! Het was voor ons een groot genoegen, haar dagelijks te zien. What about Klein minna?
Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum