Menno ter Braak
aan
J. Greshoff

29 januari 1939

29 Jan. '39

 

Beste Jan,

Vanmorgen is plotseling door mijn toedoen het Taschje gevonden! Het sluimerde tusschen mijn sokken in een kast. Dus de politie hoeft niet meer te waken, en de hypothese van de stoep was volkomen uit de lucht gegrepen.

Hoe meer ik erover denk, hoe plausibeler mij je emigratieplan voorkomt. Alleen begint het mij te drukken, dat na Eddy ook jij uit mijn gezichtskring zult verdwijnen. Er blijft niet zoo heel veel over. Maar dat mag geen punt van overweging vormen, in dit geval.

Help mij onthouden, dat ik deze week, als je hier komt, de quaestie Slauerhoff met je bespreek! Ik heb dat totaal vergeten, en ik ben bang, dat de zaak, waar het op aan komt, n.l. de publicatie van de complete poëzie, door futiele geschillen en verschillen hopeloos in de soep gereden wordt. Het eenige lijkt mij een nieuwe voltallige vergadering van de commissie met Zijlstra.

Ik hoor, geloof ik, juist het huwelijkspaar thuis komen van het ‘reisje’. Dus tot nader!

hart.gr.

je M.

 

Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie