J. Greshoff
aan
Menno ter Braak

Kaapstad, 29 augustus 1939

29 Aug 39, Kaapstad

 

Beste Menno,

Het blijft hetzelfde in Europa. Ik heb altijd het denkbeeld, dat de moffen als zij werkelijk op een oorlog aanstuurden, eenvoudig Polen binnen zouden vallen en niet door talmen en praten de positie der tegenstanders versterken. In elk geval is het een rotzooi. De afstand verzacht natuurlijk de indrukken en dus ook de ellende, maar geheel vrij blijf je er ook hier niet van! Gelukkig maar, anders zou ik me nóg egoister voelen als ik me nu al voel! Als je denkt hoe ik Sept. '38 eenvoudig weg plát geslagen was. En nu alleen maar gedrúkt. Toen kón ik niets doen, nu kan ik met eenige zelfoverwinning mij bezigheden voortzetten.

Ik las le Journal de Dabit (zeer sympathiek), l'Hommage à Dabit, Journal I en II van Green (zeer antipathiek) (dit verschil tusschen pro en contra ligt hem uitsluitend in de toon; nooit zag ik zoo duidelijk dat de toon alles is!) Kloos 14 jaar én de twee daarop volgende deelen kritieken; aan een boek over Rhones[?] ben ik bezig, een ontzettend heer, zoo'n Grondvester van een Rijk! Brrr. Verder bezocht ik het museum van Kaapstad. Buitengewoon bekoorlijk ingericht, alléén Nederl. meesters o.a. een prachtige Frans Hals.

Zaterdagmiddag moest ik naar de receptie van de consul-generaal, Van Swinderen. Ik had het willen ‘vergeten’, maar 's ochtends werden we door het consulaat opgebeld om ons eraan te herinneren. Stomvervelend. Ik had eenige conversatie van Kretschmar van Veen, die hier de nieuwe haven aanlegt. Verder deelde Wilhelm Loeb mij daar mede, dat hij benoemd is als ambtenaar aan het Nederl. consulaat te Pretoria en dezer dagen daarheen vertrekt. Woensdag a.s. komt hij een afscheidsvisite maken. Ik moet zeggen, dat hij uiterst bescheiden (dit tegen alle verwachtingen in) en geschikt tegenover ons geweest.

Ik schreef voor die Huisgenoot een stuk over Hoornik. Het is verdomd moeilijk het juiste midden te treffen. Het mag vooral niet te ‘hoog’ zijn, zooals dat heet en ik wil toch ook niet, tot géén prijs, in de normale imbeciliteit van dit blad vervallen. Ik moet dus iets leesbaars, ‘gezelligs’, trachten te schrijven, dat toch niet geheel en ál Oude H'ren is. Op den duur zal ik de doseering wel leeren!

Ik heb eerst Hoornik's snelle opkomst, de deining om zij faux-pas en zijn debat met Mok beschreven en gaf in tweede stuk de ontwikkeling van zijn werk.

Voor jouw[?] Brandwag maak ik een stukje over Brugge met prachtige foto's die Jan Jr kort voor zijn vertrek gemaakt heeft.

Met mijn ‘Catrijntje Afrika’ schiet ik langzaam doch geregeld op. Het eerste hoofdstuk (± 16 blz Gr. N.) is af en ‘in het net’ geschreven. Het is prettig zoo langzaam te kunnen werken, maar mijn journalistieke productie is nog láng niet intensief genoeg in verband met mijn geldelijke behoeften! Door die drie maanden verlies (Mei, Juni, July) ben ik er zoo uít en heb ik zoo mateloos de pest gekeregen aan het stukkies draaien, dat ik er eenvoudig niet toe kom! En toch zal ik me erin moeten schikken! En zoo spoedig mogelijk!

Maandagavond (het is heden Dinsdag 29) zijn we met dr. E.D. de Plessis naar de Maleierbuurt geweest. Deze Maleiers zijn afstammelingen van door de Compagnie als slaven ingevoerde Javanen, maar thans door kruising met blanken, kaffers, britsch indiers en chinezen tot onherkenbaar toe verbasterd. Je treft er alle kleuren en gelaatsvormen aan. Deze heeren, bijzonder vriendelijk, opgewekt en betrouwbaar, zijn groote zangliefhebbers. Er zijn in Kaapstad 24 Slamsche slamsche = islamsche koren. Ze zingen overgeleverde texten en wijzen, daar ze meestal niet lezen of schrijven kunnen, in het Nederlandsch, oeroud, maleisch, zelfs russisch! Du Plessis heeft er vele werken over geschreven. Het is een [onleesbaar] verschijnsel. En het een vreemd gehoor door 40 zwarte heeren op een ietwat straffer[?] [onleesbaar] dan gewoonlijk[?]: ‘O God verlaat mijn Nederland niet’ te hooren zingen. Dit in een betrekkelijk klein kamertje bij een visscher aan huis. Er leven ook vele oude verhalen in dit wereldje. Du Plessis wil er in Gr. N. over schrijven.

Het vliegtuig uit Europa is te laat en deze moet nu weg

Veel liefs v. allen

geheel je Jan

 

Ant, wij tuinieren!

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie