J. Greshoff
aan
Menno ter Braak
[Kaapstad], 5 februari 1940
Dit is brief nummer 26
zes-en-twintig
5 Febr. '40
Beste Menno,
Hierbij je bijdrage uit de Brandwacht van 2 Februarij. Ik zend je nu nog, als ik van alle andere deed, twee geheele exx. per gewone post: één aangeteekend en één niet-aangeteekend. We zijn natuurlijk doodbenieuwd te vernemen of en wanneer je collega Nunes Vaz gesproken hebt, die ons beloofde je een en andere over ons verblijf hier te vertellen. J.l. Donderdag stelde ik hem de brieven ter hand en nu is hij reeds in Egypte, Woensdag as. in Napels. Ik heb uitgerekend dat je 12 Febr. de brieven hebben kunt en dat wij dan ongeveer 1 Maart antwoord kunnen hebben. Je ziet welk een gewichtig ding de post voor ons is. Alles daarmede in betrekking staande wordt met zorg gemeten en besproken en er wordt slechts met de hoogste eerbied over die instelling gepraat. Er valt op dit oogenblik al heel weinig te vermelden. De kranten zien er uit als voor de oorlog: géén groote koppen, hetgeen immer een goed teeken is. Ik heb de geheele vorige week hard gewerkt. Ten eerst ben ik druk bezig met de Fransche Moralisten. Zoolang de kopij daarvan de deur niet uit is, heb ik geen rust. Ten tweede aan een boekje, no. 10 en waarschijnlijk nummer lest van de Ursa Minor Reeks; aan een nieuw boekje voor Van Kampen tegen dit najaar ‘Rariteiten’ en aan een boekje voor Stols ‘Een boek over het Boek’. Beide laatste werkjes, ‘licht goed’, maar nogal gezellig, naar ik hoop. Het is noodig dat langs die weg weer eens een kleinigheidje in de kas vloeit! Er wordt nu hard aan gezegde boekjes getikt en ik hoop ze nog deze maand de deur uit te krijgen, om onbezwaard aan Catrijntje Afrika voort te werken. Ik zou je aanraden zoo spoedig mogelijk weer kopij voor de Brandwacht te zenden. Je moet rekenen dat er tusschen de ontvangst der kopij en het verschijnen ook op zijn minst drie weken ligt, meestal een maand. Reken dus dat de zending er vijf weken over doet dan volgt plaatsing altijd pas twee maanden na de expeditie! Als ik je een goede raad mag geven: stuur dan twee of drie stukken kort achter elkaar zodat ze eenige voorraad hebben en ga dan rustig voort. Vergeet niet eens te een kroniek te geven aan het probleem van de historische roman en al wat daar aan vastzit, bv naar aanleiding van het boek van Eddy; maar noem daarbij het feit waar het omgaat niet bij name, zoek delicate aanduidingen en omschrijvingen daarvoor!!! Ook een beschouwing over de jeugd, met In Aanbouw als aanleiding, zou m.i. zéér in de smaak vallen en dan liefst met een enkel portretje erbij. Zéér goed zou zij een algemeene beschouwing over het universitair onderwijs in de Nederl. Litt. uitgaande van het geval Van Duinkerken-Leiden, je kunt dan schrijver èn over Toon èn over Gompertz èn over P.N. Ik ken de menschen hier nu wel een béétje en ik weet dat alle vraagstukken van ver of nabij met het hooger onderwijs in verband staande hier boeiend gevonden worden. Voorts uitvoerig over de briefwisseling Kloos-Perk-Vosmaer en Perk-Joh. Blancke. Je kunt in ruime mate gebruik maken van je eigen artikelen, want niemand kent en nog minder leest Het Vaderland. Het is behalve voor je kas, ook nuttig voor het Nederlandsch hier, dat je geregeld en zoo veel mogelijk stuurt! Schrijf mij altijd wanneer je kopij afgezonden hebt, dan kan ik de plaatsing controleeren en als deze wat lang uitblijf klagen en porren. In het algemeen dit: hoe minder politiek je in die artikelen te pas brengt, hoe beter. Want daar worden ze hier zoo mee overladen, dat ze het een verademing vinden zoo nu en dan eens eenige artikelen te lezen die over andere dingen handelen! Herinner je je dat ik je een gram. plaat beloofde van een Maleierkoor? Dit zal niet gaan, daar de verzending van die artikelen verboden is. Ik hoop deze week weer op brieven. Beschouw deze maar alléén als begeleiding van het knipsel. Hééél veel liefs voor de Vrouw uit Zutphen en zelf menige hand van geheel je
Jan
Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum