Menno ter Braak
aan
J.M.B. Stolte

[13 april 1930]

Zondag

 

L.H.,

Vandaag heb ik Wim even (voor het raam van de barak) opgezocht. Hij is nog steeds niet erg in de goeden richting. Ik hoop, dat hij, voor ik op reis ga, weer wat beter zal zijn, want het is niet helemaal veilig, in dezen situatie.

Verder schijnt het ongeluk niet alleen te komen. Gisteren paniek: Ly er vandoor met haar eersten amant, Hora Adema. Jan natuurlijk compleet in de war, eerst geen ander spoor van de ontsnapte dan een toevallige ontmoeting van haar met Truida, die haar heel toevallig bij Adema achter op de motorfiets zag zitten! Het is zeer romantisch, maar de romantiek is wat verouderd. En voor Jan is het erg beroerd. Wat er bij Ly is omgegaan, weet ik niet; in ieder geval beter, dat het nu maar gebeurt, dan dat zij later voortdurend naar no.1 bleef hunkeren. Het Carnaval der liefde is in vollen gang; maar als je er zelf bij betrokken bent, is het niet humoristisch.

Toch hoop ik ondanks alles Donderdag op den bepaalden tijd in Parijs te zijn! Mannus komt Vrijdag ook nog!

In Zeist was gisteren alles best. Ze verheugden zich natuurlijk erg op je terugkomst.

Dus: zonder verder tegenbericht ben ik er Donderdag! Dag!

Een zoen van

jouw Menno

 

Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie