Menno ter Braak
aan
M.J.W. Holleman (Amsterdam)
Tiel, 2 maart 1921
Tiel, 2 Maart /21
Beste Maas
Ons mondeling afscheid werd lichtelijk verstoord door de schare van kwezelige burgerlieden, die zich voor de coupé verdrongen; enfin, al heb ik het je dan nog niet eens speciaal gezegd, je hebt toch wel begrepen, dat ik een paar buitengewoon genoeglijke dagen met je heb doorgebracht. We blijven zoo tenminste een beetje van elkaar op de hoogte. Laten we het nu maar voor afgesproken houden, dat je bij mijn eindexamen, mits met goeden uitslag, tegenwoordig zult zijn; mocht ik er voor dien tijd nog eens uit kunnen breken, dan zal ik dat natuurlijk niet versmaden.
Bedank ook je vader en moeder nog zeer voor hun hartelijkheid.
Natuurlijk heb ik de ‘Antigone’ en de ‘Griechische Lyriker’ vergeten; ik vergeet n.l. altijd iets, als ik ergens gelogeerd heb. Als je ze me nog voor Zaterdag a.s. kunt toesturen, zou dat wel gemakkelijk zijn; ik dank je nog zeer voor die boekjes. Ik zal je eerstdaags ‘het Spook van V.’ en de ‘Midsummernightsdream’ toesturen.
Tot ziens dus
je Menno
Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum