Menno ter Braak
aan
M.J.W. Holleman

Zutphen, 3 januari 1923

Zutphen, 3 Jan. 1923

 

Beste Maas

Je brief werd me opgezonden naar Zutfen, waar ik met mijn collega Binnendijk de dagen repeteerende doorbreng. Vandaar dan ook het werkelijk ontstellende feit, dat mijn gedachte bij de jaarswisseling meermalen bij je zijn geweest, maar dat het tot een epistel niet is gekomen. Daarom heb ik me zeer geschaamd over het begin van je brief, die mijn nieuwjaarswensch vooronderstelde. Maar nu genoeg excuses, je begrijpt mijn helaas al weer door examens ontluisterde dagen. Ik heb nu in ieder geval een gerede aanleiding om tot schrijven te komen.

In de eerste plaats een in alle opzichten voorspoediger jaar toegewenscht dan het nu voorbij gegane. Een grooter verlies dan je in dit jaar had, kan je trouwens moeilijk treffen. Het trof me weer, toen ik den 30sten Nov. bij jullie was, wat een bijzonder karakter je moeder aan je verjaardag wist te geven. Iets ondefinieerbaars, maar toch opvallend, dat het nu ontbrak. Ik hoop nu eens wat meer in je buurt te komen; ik weet evenwel nog niets zekers, wat dat betreft. Waarschijnlijk zet ik nog maar eens een advertentie. In ieder geval zal ik op 1 Febr. door de Wed. van Mierden van mijn kamer worden verjaagd en tegen dien tijd dien ik dus voorzien te zijn.

Ook mijn dank voor je wenschen. Van examenvrees hoop ik niet zenuwziek te worden. Daarvoor is het me après tout toch niet belangrijk genoeg.

De uitnoodiging aan je vader gedaan, las ik in de krant. Blijf jij gedurende zijn ‘uitlandigheid’ alleen in 't huis?

Ook van hier verder niet te veel nieuws. De feestdagen brachten we op de gebruikelijke wijze door. Wim is de geheele vacantie bezig met chemische stinkproeven, bijgestaan door Tine. 't Is over 't algemeen een rustig werkoord, het wintersche Eibergen, maar hier in Zutfen zit je tenminste iets dichter bij de bewoonde wereld.

Van je Rembrandtieke foto heb je een dusdanige eer, dat zij in zekere oogen een dusdanige bewondering vond, dat ik haar heb moeten afstaan voor een je nu natuurlijk al bekend doel. Als je me bij gelegenheid nog een afdruk kunt verschaffen, zal ik je zeer dankbaar zijn.

Wat je vraag voor een boek voor m'n verjaardag (26 Jan.) tevens meerderjarigheidsverklaring, betreft, ik weet op 't oogenblik geen prijzen, maar vooraan in mijn verlangens staat: Arthur Drews, Die Christusmythe. Als je dat misschien op den kop kunt tikken, maak je me gelukkig.

En nu het beste en tot ziens; groeten ook aan je Vader en Frits.

je Menno

 

Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie