G.H. 's-Gravesande
aan
Menno ter Braak
Den Haag, 26 oktober 1933
Den Haag, 26 oct. '33
Amice,
Zoo even heb ik je brief ontvangen. Er is nog steeds kans, want de benoeming is uitgesteld tot de terugkomst van Nijgh. En nu zit deze groote man midden in de feestelijkheden. Zondag [diner]. Voor hij bijgekomen is zal het wel November zijn.
Ritter doet erg veel moeite. Hij is bij de Lang op bezoek geweest en belt één zijner vrienden, aan Het Vaderland verbonden, op om te informeeren hoe het er mee staat. En die beveelt hem weer aan bij de Lang. Verder is Top Naeff bij de sollicitanten gekomen.
Scholte vertelt te Amsterdam, dat hij het wordt. Van Oudshoorn hoorde het, toen hij bij Coenen op visite was. Hij schijnt er vast op te rekenen. Ik weet positief, dat hij nog niet benoemd is en dat Schilt U niet loslaat. Ik las (vertrouwelijk) allerlei correspondentie en ergerde me aan het schrikkelijk gekonkel van Scholte, die zelfs een brief van 7 folio bladzijden getikt geschreven heeft aan de president commissaris van Het Vaderland, prof. Kraus, die daarna een bezoek bracht aan Schilt om te vragen Scholte te benoemen. Den brief bracht hij mee en Schilt las hem. Ook een brief van v.d. Hoeven was merkwaardig. Daarin werd toegegeven, dat de Lang verkeerd gehandeld heeft. Tot nog toe heeft geen conferentie van Schilt en Nijgh plaats gehad.
Van Forum hoor ik dan wel. Het spijt me, dat het voorbarig was.
Dr. Dumay verliest is hier ter recensie gekomen. Las je het artikel van Ritter erover in het Utr. Dagblad?
Als ik eenigszins kan kom ik 6 Nov. luisteren naar je in O.K.K. Ik spreek daar 18 December.
Ik hoop maar, dat je gauw benoemd wordt, want de drukke tijd van de boeken breekt aan en ik heb weinig tijd om te lezen, zoodat het aantal boeken zich snel vermeerdert.
Met vriendelijke groeten,
H. 's-Gravesande
Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum