Ed. Pelster
aan
Menno ter Braak

Amsterdam, 3 augustus 1928

3 Augustus 1928

B.M.

Schrik niet van de bijlage van dezen brief. Dit is mijn ‘engültige’ afrekening, waar alles op voorkomt van hetgeen nog open staat uit het afgelopen Liga-jaar. Hierdoor vervallen dus vorige rekeningen en zal voor jou het overzicht dus ook wel duidelijk zijn.

Met het geld dat Ivens, of liever gezegd de firma Capi, op mijn rekening voorschoot (fl 96.-) krijg ik dus nog fl 266.15.

Heilig ben ik overtuigd, dat het wel niets zal uit kunnen halen als ik je vraag me dit bedrag te sturen, maar toch moet je eens ernstig zien of je niet door een of ander middel mij bij voorkeur het geheele bedrag, hetzij anders minstens een deel er van zoudt kunnen zenden.

Was het niet inderdaad broodnoodig dan zou ik je er niet om vragen maar door prive verwikkelingen, die ik liever niet op papier wil zetten en die je toch altijd nog tijdig genoeg zult hooren is voor mij op het oogenblik geld inderdaad ‘broodnoodig’. Waarom loopt De Moeder ook niet eerder? Wie geeft me er voorschot op? Dan kan ik jou met rust laten.

Franken werkt de bureau-circulaire verder uit en hoor ik daar morgen nader over van hem.

Ander nieuws is er momenteel niet, mijn poot wordt gelukkig weer eenigzins bruikbaar anders was ik helemaal ‘nergens’.

Verder het beste en hartelijke groeten t.t.

Ed. Pelster

Origineel: Amsterdam, EYE Film Instituut Nederland

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie