Ed. Pelster
aan
Menno ter Braak (Amsterdam)

Den Haag, 7 oktober 1928

den Haag 7 October 1928.

Beste Menno,

Opdat je niet te veel zult schrikken van ingesloten brief hierbij het volgende.

Gisteren heb ik met de aanwezige menschen afgesproken, dat ik verschillende punten nog eens zwart op wit zou zetten. Dat heb ik nu in dezen brief gedaan. Een en ander zal verder wel voldoende duidelijk zijn.

Ik meen wel, dat ik gisteren de zenuwstemming bezworen heb. Zenuwen neem ik nooit kwalijk: ze zijn alleen lastig voor de menschen zelf. Doch als er principieele en beroepszeurders en krenters zijn, zooals in vertrouwen gezegd Boeken, dan zou ik veel zin hebben om op een gegeven oogenblik te zeggen ‘doe 't zelf maar’, dan ga ik wat tennissen en ter gelegenertijd kan je van mij ook wel eens een Ligafilmpje betrekken. Dan koop ik er weer eens een voor m'n eigen plezier, net zooals ik indertijd met Rien que les heures heb gedaan, toen niemand nog aan een Liga dacht. Ik zal het niet gauw zeggen, maar laat men verzekerd zijn, dat ik er toe in staat ben.

Verder zal Zaterdag alles wel weer vlot verloopen en gaan we dan na afloop rustig een borrel drinken.

Met hartelijke groeten t.t.

Ed. Pelster

Laat vooral Joris den brief lezen. Van Zaandam ontving ik nog geen cent, wel van Amsterdam.

Origineel: Amsterdam, EYE Film Instituut Nederland

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie