Professor Mamlock
Tooneelspel van Friedrich Wolf
De Jonge Spelers
‘Professor Mamlock’ van Friedrich Wolf, uitgeweken Duitsch tooneelschrijver, is een stuk, dat tot de kategorie van Bruckners ‘Rassen’ behoort, maar in de qualiteit verre daarbij ten achter blijft. Het is een scherp tendenzstuk tegen de Jodenvervolgingen in Duitschland en tracht een beeld te geven van deze inderdaad jammerlijke episode uit de geschiedenis van een nationale psychose, terwijl Bruckner echter, hoewel evenmin een groot schrijver, een analyse tracht te geven van de individuen, die elkaar in dit gebeuren ontmoeten, bepaalt Wolf zich tot schematische aanduiding van de figuren, waarmee hij werkt. Het zijn geen menschen van vleesch en bloed, het zijn zelfs niet de werkelijke problemen, die met de Jodenvervolging samenhangen, die hij naar voren brengt, maar het is de theatrale voorgrond, die tot den toeschouwer moet spreken. Er zijn in Duitschland dingen gebeurd, die erger zijn dan men op de planken kan vertoonen, al zijn de dingen, die men wel kan vertoonen, ook erg; het is daarom zaak de theatrale effecten te vermijden en te trachten het probleem zoo zuiver mogelijk te stellen. Wolf doet dat zeer zeker niet. Misschien zullen er vele tranen vergoten worden bij zijn drama, maar die bewijzen niets. Ik ben er van overtuigd, dat de bestrijding van het nationaal socialisme bij stukken als ‘Professor Mamlock’ geen baat zal vinden; zij zijn daarvoor te weinig critisch, te weinig oprecht ten opzichte van eigen fouten, zij zijn (misschien met de allerbeste bedoeling) demagogisch en leiden af van het zelfonderzoek en den strijd tegen de phrase, de algemeene Europeesche ziekte. Eigenlijk lijkt ‘Professor Mamlock’ als twee druppels water op ‘De Dag die komt’, het destijds ten tooneele verschenen en schielijk weer verdwenen meesterwerk van den Vova-litteraat George Kettmann; natuurlijk is er verschil in realiteitsbesef (ik neem het Jodenvraagstuk ernstig en het leege fabrieksgedoe van Kettmann niet), maar de machteloosheid om boven de drakerige oppervlakte uit te komen, is voor beide soorten tooneelschrijverij precies even karakteristiek.
‘Professor Mamlock’ schildert de gebeurtenissen, die samenhangen met een Duitsche kliniek, waarvan de titelfiguur de leider is. Hij is Jood, Duitsch-nationaal Jood, en dus een vijand van Marxisten, maar omdat hij Jood is wordt hij na den Rijksdagbrand evengoed getrapt als de rest, zoodat hij eindelijk in zelfmoord de eenige uitweg ziet. Een feit, dat in de laatste jaren meermalen is voorgekomen, en van welks bewerking voor het tooneel men den auteur dus allerminst een verwijt kan maken. Verwijten kan men hem alleen, dat hij de tegenstellingen zoo schematisch ziet, en dat hij geen oogenblik uitkomt boven de betrekkelijk grove onderscheidingen, die Bruckner hem dan bovendien al beter had voorgedaan. De propagandistische uitwerking zal dus wel zijn, dat de anti-fascist weer eens extra overtuigd van eigen gelijk, naar huis gaat, want de woorden klinken soms niet slecht en men heeft eigen waarden niet onder de loupe behoeven te nemen. En ziedaar de groote zwakte van het stuk....
De Jonge Spelers vertoonen ‘Professor Mamlock’ (onder regie van Richard Flink) met veel toewijding. Boven de declamatorische passages kunnen zij echter meestal niet uitkomen, wat overigens geen wonder is. En daarbij ontbreekt in deze opvoering wel sterk de Duitsche couleur locale, die toch bij een zoo ‘zeitgebunden’ drama van groot belang is. Richard Flink als professor Mamlock heeft zeer goede momenten, maar hij is als medicus niet steeds overtuigend; zijn tegenspeler, de nationaal-socialist Hellpach (Jacques de Haas) is nog wat meer aan den uiterlijken kant. Marie Hamel als Mamlocks dochter, Ko v.d. Bosch als zijn zoon en Marie Meunier als zijn ‘arische’ vrouw benaderen wel het meest de menschelijke concreetheid; Nelly Ernst als de vrouwelijke arts is veel minder geloofwaardig, en de jonge arbeider van Gerrit Lindenberg is bepaald zwak te noemen. De andere rollen zijn niet slecht bezet.
De opvoering is gisteravond in het Gebouw voor een zeer volle zaal gegeven op initiatief van de Federatie Den Haag van de S.D.A.P., ter viering van de belangrijke winst aan leden van de laatste maanden. Het Tweede Kamerlid Drop heeft de vergadering, die met luid applaus op rede en vertooning reageerde, voor den aanvang der voorstelling toegesproken.
M.t.B.