Het nieuwe tooneelseizoen
Plannen van Cor van der Lugt Melsert
‘Children's Hour’ mag niet in den Kon. Schouwburg gespeeld worden
Op 1 September zullen in Den Haag de deuren van den Koninklijken Schouwburg zich openen voor het publiek, dat dezen a.s. winter de voorstellngen van het 20ste speelseizoen van de N.V. Ver. R'd. Hofstad-Tooneel zal bezoeken.
De deuren zijn opnieuw geverfd; het goud van de balconhekken buiten glanst, daarbinnen is ook iets veranderd en op het tooneel repeteeren de artisten het openingsstuk ‘Chantage’ van de Engelsche auteurs Reginald Simpson en Frank Gregory onder leiding van mevrouw Bets Ranucci - Beckman. De andere groep onder regie van Cor van der Lugt Melsert, repeteert het Amerikaansche tooneelspel ‘The children's hour’ (Onschuldige meisjes) van de schrijfster Lillian Hellman. Op het tooneel van den Koninklijken Schouwburg zal men dit stuk echter niet kunnen zien, daar de Commissie van Beheer over genoemden Schouwburg bezwaren tegen opvoering van dit werk heeft. Daar onze Burgemeester echter geen redenen tot een verbod aanwezig achtte, voor den Haag, zal dit stuk in een ander theater alhier ten tooneele worden gebracht.
* * *
Het gezelschap is samengesteld gelijk het vorig seizoen en versterkt met mevrouw Adrienne Canivez en den heer Johan de Meester. Als artistiek leider fungeert Cor van der Lugt Melsert. Als regisseurs treden op Cor v.d. Lugt Melsert, Bets Ranucci - Beckman, Johan de Meester (a.g.), Jan van der Linden. Décorateur: Karel Brückman.
Leden van het gezelschap zijn de dames: Annie v.d. Lugt Melsert - v. Ees, Bets Ranucci - Beckman, Vera Bondam, Fie Carelsen, Mimi Boesnach, Enny Meunier, Hélène Berthé, Enny Heymans - Snijders, Myra Ward, Joekie Broedelet, Else Willart, Cecile Bach, Loekie de Koning, Annie Frauenfelder, Fientje van Anrooy, Caro van Eyck, Femina Simone, Tine Opscholtens, Pine Belder (a.g.) en de heeren: Cor van der Lugt Melsert, Theo Frenkel, Dirk Verbeek, Anton Roemer, Jan van der Linden, Piet Bron, Paul Steenbergen, Eduard Palmers, Gerard Arbous, Gerhard Alexander, Henk van Buuren, Bob Oosthoek, Guus Oster, Anton van Zuylen, Jr., Joan Stenger, Alexander Pola, Kees Schouten, Willy Steenbergen, J.v. Leeuwen.
De directie heeft op de volgende stukken de hand kunnen leggen:
Chantage van Reginald Simpson en Frank Gregory. Onschuldige meisjes, van Lilian Hellman. De eerste lentedag van 's morgens 8 tot middernacht, van C.L. Anthony. Het uur U, van Pierre Chaine. Chateau de Bersac, van Ben van Eysselsteijn. Van voor en achter 't voetlicht, van Hans Chlumberg. Na tien jaar, van Jean Anouilh. Dorpsvrijage, van G. Bernard Shaw. Tot wederopzegging (Drie.. zes.. negen), van Michel Duran. Cavalerie-patrouille, van Frantisek Langer. Lysistrata, van Aristophanes. Lady Warner a disparu, van Pierre Chambard. De club van de gangsters, van Jack Celestin en Jack de Leon. Christian, van Yvan Noé. Een werk van Vondel. Een werk van Molière, terwijl over eenige stukken nog onderhandelingen worden gevoerd.
Meeningsverschil over ‘Children's Hour’.
Naar aanleiding van de in bovenstaand bericht voorkomende mededeeling, dat het tooneelstuk ‘Children's Hour’ niet in den Kon. Schouwburg zal worden gespeeld, hebben wij ons tot den heer Cor van der Lugt Melsert gewend om nadere inlichtingen.
De heer Van der Lugt begon met ons te verklaren, dat hij het conflict tusschen de Schouwburgcommissie en hem over dit stuk gerezen zeer betreurde. ‘Het betreft hier een tooneelwerk’, aldus de heer Van der Lugt, ‘waarvan ik de artistieke waarde hoog aansla en dat ik als kunstwerk dus volkomen kan verdedigen. Het gedelegeerd lid van de Schouwburgcommissie, dat een opvoering van “Children's Hour” te Parijs gezien had, meende echter scabreuze passages te kunnen aanwijzen, en zich op grond daarvan tegen de opvoering in den Kon. Schouwburg te moeten verzetten. De burgemeester, de heer De Monchy, deelde mij een week later mede, dat hij geen bezwaar kon maken tegen de vertooning, en geen reden zag om het stuk te verbieden.’
‘Wij staan dus voor dit merkwaardige geval’, zoo zeide ons de heer Van der Lugt, ‘dat de burgemeester de vertooning van een stuk in de residentie uitdrukkelijk toestaat, en dat ik het niet in den Kon. Schouwburg mag spelen! Aangezien verschillende technische factoren en verplichtingen mij noodzaken de première van “Children's Hour” in het begin van September te brengen, ben ik van plan op Dinsdag 8 Sept. a.s. een nachtvoorstelling in den Princesse-Schouwburg te geven. Het is allerminst mijn bedoeling voor het stuk op sensationeele wijze de aandacht te vragen, maar ik kan anders in Den Haag niet over een zaal beschikken. Waar ik meen het goed recht aan mijn zijde te hebben, ben ik vast van plan de première ondanks de bezwaren van de Schouwburgcommissie in de residentie te doen plaats hebben.’
Met den meesten nadruk ontkende de heer Van der Lugt, dat ‘Children's Hour’ scabreuze passages zou bevatten. Het stuk (dat verleden jaaar reeds op het repertoire van Van Dalsum en Defresne voorkwam, maar toen niet werd gespeeld) vertoont eenige overeenkomst met ‘Mädchen in Uniform’; maar de aantijging tegen een der leeraressen, die de schrijfster als motief heeft gebruikt, blijkt hier een volkomen uit de lucht gegrepen fantasie van schoolmeisjes. Wanneer men ‘Children's Hour’ met stukken als ‘Les Temps Difficiles’ van Bourdet en ‘Elizabeth van Engeland’ van Josset (resp. door de Alliance Française en Het Masker ten tooneele gebracht) vergelijkt, dan is het onbegrijpelijk, wat de Schouwburgcommissie tegen deze opvoering kan hebben, aldus de heer Van der Lugt.