Teatro dei Piccoli
Vittorio Podrecca over zijn marionetten
Wanneer acteurs met marionetten vergeleken worden, we weten het, is hun spel als dood en zonder bezieling gevonnist. Wie wel eens een voorstelling van een goed marionettentheater heeft bijgewoond - Paul Brandt en nu Vittorio Podrecca - beseft dat daarin eigenlijk iets niet klopt. Omdat het kenmerk van deze marionetten juist is, dat zij leven, een ziel hebben, een illusie weten te scheppen. ‘Sténographie de l'humanité’ heeft Podrecca, de directeur van het Teatro dei Piccoli, dat volgende week zijn première voor Den Haag geeft in Scala, het gisteren genoemd, wat hij met zijn marionetten wil geven: het menschelijke opgeteekend in snelschrift. Het was een der vele karakteristieken, waarin hij zich voor een kringetje van journalisten heeft uitgeput; lang en boeiend heeft hij verteld van zijn leven en van de marionetten, die zijn leven zijn, trachtend, telkens weer anders, het essentieele van zijn kunst in woorden te grijpen. Hij heeft er aan herinnerd dat Shakespeare, Swift, Cervantes, Goethe, Haydn, zich, zooals blijkt uit hun werk, voor marionetten hebben geïnteresseerd. ‘Opdat u niet denkt, dat Podrecca de eerste is geweest’, voegt hij er oolijk achter.
Hij heeft zijn jeugd opgehaald: geboren in Friuli en schoolgegaan in Venetië, de stad van de ‘marionettes lyriques’, waar in alle kringen van de samenleving, bij de aristocratie, onder het volk, in de kloosters, marionetten den tijd verdreven, ‘j'ai absorbé ces traditions’, en verteld van de oprichting van het Teatro dei Piccoli, in 1913 te Rome. Sindsdien heeft Podrecca over de geheele wereld gezworven. Tien millioen menschen in 500 steden, in 30 landen hebben tezamen 15.000 voorstellingen bijgewoond; we vernemen het niet zonder vermaak en meer dan deze daverende cijfers - die echter geenszins geflatteerd, maar nauwkeurig opgeteekend zijn - heeft ons zijn indringend spreken over de technische en artistieke moeilijkheden van het marionettentheater, van de waarachtigheid van zijn kunst overtuigd.
Wat zijn poppen? Speelgoed voor kinderen, maar ook, voor de primitieve volken, het idool. Het marionettentheater geeft van beide iets, - en het is de kunst, het juiste evenwicht te vinden - het is kinderlijk en het is een gewijd spel. Het moet, in zijn gestyleerden vorm, in zich hebben: satire, ironie, fantasie, en ook kracht.
Eerste vereischte is kennis van anatomie; dan komt het moeilijke werk der constructie, men moet de houten poppen ziel, zenuwen, spieren, gevoel, geven. Dan: men moet ze laten bewegen, een nieuw technisch probleem. De beweging, het dynamische is het belangrijkste; de vaart van het rhythme draagt de vaart van de voorstelling. En eindelijk: de keuze van het repertoire. De marionetten, zeide de heer Podrecca, moeten in geen geval concurreeren met het levende tooneel, het zijn wezentjes, die iets moeten geven van wat Chaplin in de film geeft: een flits van de angsten en zwakheden der menschen. Een illusie van het leven. Met behulp van goede techniek, muziek, kleur, geest moet het marionettentheater poëzie scheppen, komische of tragische, maar altijd weer poëzie.
We hebben enkele foto's van de marionettenmaskers gezien, Josephine Baker, een prachtige Garbo, de tragische lijnen van mond en wenkbrauwen sterk geaccentueerd en we zijn verlangend naar het schouwspel vol fantasie, dat ons ongetwijfeld te wachten staat.