Atlas-Hotel
Tooneelspel van Armand Salacrou
Nieuw-Schouwtooneel

Het Atlas-Hotel in Marokko, waarheen de fantasie van Salacrou ons verplaatst, blijkt een logement van het ouderwetsche recept: humor en tragiek door elkaar. Blijkbaar is de goede draak van weleer niet overleden zonder kroost achter te laten; ‘Atlas-Hotel’ is ten minste in ieder opzicht verwant aan de sterke effecten, waarmee in de vorige eeuw dikwijls een lach uit tranen en tranen uit een lach werden geperst, zoodat men zakdoeken te kort kwam. De eigenaar van dit hotel is weliswaar een utopist, waarover een stuk van geheel ander gehalte te maken ware geweest; een man met luchtkasteelen, die zichzelf een zakenman waant, zou een geweldige figuur kunnen zijn.... in een stuk. dat Salacrou echter niet heeft geschreven. Hij heeft zich bepaald tot feuilleton-romantiek. Auguste, de utopistische hotelbouwer, en zijn vrouw Augustine komen in aanraking met den eersten man van Augustine, die eens dichter was en nu zakenman is geworden; werkelijk zakenman. Hij wil Augustine terug hebben en beraamt een perfide plan om het hotel te koopen, ten einde op die manier eigenlijk Augustine van haar echtgenoot af te koopen. Onder donder en bliksem mislukt dit snoode voornemen; een militair treedt naar voren en zegt iets over den sterrenhemel; daarmee zijn wij het einde genaderd; Auguste en Augustine blijven geruïneerd, maar met hun ongeschonden idealen achter. ‘Atlas-Hotel’ is een stuk vol melodramatische scèenes en humoristische tegeneffecten, uiterst geschikt om het feuilleton in tooneelvorm tot de menschen te brengen.

Zulk een stuk eischt voor alles acteurs, die het kunnen vullen en overspelen. Jules Verstraete, als een knappe en vaak zeer menschelijk genuanceerde Auguste, voldoet volkomen aan die behoefte, evenals Tilly Lus, die van een vrij zonderlinge rol met haar groot en zuiver talent iets aannemelijks weet te maken. Maar als geheel komt de opvoering, onder de te weinig straffe regie van Richard Flink, niet boven het gemiddelde uit. Zoo is Frits Bouwmeester, die hier als Albany, Augustines eerste man, moet optreden, voor deze taak niet berekend; hij weet in het geheel niet aanvaardbaar te maken, dat Augustine opnieuw onder zijn invloed komt, hij mist zoowel de daarvoor vereischte charme als de allure van den grooten zekenman. Een ernstige fout van de regie, die de vertooning schaadt. Onvoldoende is ook Annie van Duyn als de danseres uit zijn gezelschap; zij speelt houterig en boekerig, alsof zij nog nooit op de planken had gestaan. Richard Flink is zelf heel wat meer op dreef als film-operateur; Rienk Brouwer zorgt voor een scheut humor als de Kaïd, die op het woord Parijs reageert als een politiehond op een fluitje; Adolf Rijkens is een zachtmoedige schilder. In kleinere rollen treden Sam de Vries, Lena Kley en Johan Schmitz op.

De romantiek van het geval heeft de zeer goed bezette zaal zeker geboeid; het applaus was zeer hartelijk. Tilly Lus ontving bloemen.

M.t.B.