Warenhuis
Kleinkunstensemble Alice Dorell
Haagsche Kunstkring
Het gezelschapje van Alice Dorell heeft ons met de alleraardigste revue ‘Alice in Wonder land’ ten zeerste verrast; zoowel de tekst als de interpretatie waren uitstekend in den toon van zulk een licht en satyrisch genre. Een tweede programma kon hierna moeilijk een climax worden, en ik zal dan ook niet beweren, dat de cabaretrevue ‘Warenhuis’ een climax is. Er is minder homogeniteit van fantasie in dit op de veelzijdigheid van het warenhuis geïnspireerde aaneenrijging van sketches en liedjes, en het idee is ook minder oorspronkelijk. Dit vooropgesteld zijnde, mag ik ook eerlijk constateeren, dat de medewerkenden niet verslapt zijn in hun pogingen om door hard werken het peil van het litteraire cabaret hoog te houden; men kan in de veelheid van het programma het noodige waardeeren, en vooral: de bedoelingen, die bij het ensemble voorzitten en die de samenwerking motiveeren, op prijs stellen. Dat bovendien het dilettantisme hier met kracht wordt bestreden, al kijkt het ditmaal nog wel eens om den hoek, is ook een verheugend feit.
Uit de overdaad van het programma, dat men wel wat zou kunnen besnoeien, kan ik slechts enkele dingen afzonderlijk naar voren brengen. De inzet is niet al te sterk, maar met ‘De jongste Bediende’ weet Gerard Vos, die over een opmerkelijke vis comica beschikt, de zaal in de wacht te sleepen; dan volgt de rest gemakkelijk. Zeer suggestief is Felix Bekkers in den scherpen tekst van Alice Dorell: ‘Ons Reisbureau geeft inlichtingen’; en Bram van Vlooten heeft een verdiend succes met de geestige demonstratie van den Apollo-sigarenaansteker (humor in den Kleine-Krant-stijl). De nieuwe figuur van dit programma is Martie Verdenius, die men destijds met plezier bij Louis Davids zag debuteeren. Zij heeft een paar zeer origineele liedjes geschreven voor het ‘Warenhuis’ en draagt ze deels zelf ook voor, in een stijl, die veel belooft, mits mej. Verdenius zich nog wat meer gewone tooneelroutine en daardoor expressiviteit eigen make. Het laconieke, dat haar fort is, heeft zij wel van zichzelf....
Alice Dorell is bijzonder goed in ‘Speelgoed’. Haar ‘Modeshow’ daarentegen is te langzaam van tempo; de teksten van Will Wemerman zijn trouwens over het algemeen wat lang en nu en dan ook wat larmoyant, al is zijn sketch van de ‘ontaarde kunst’ ondanks de lengte toch heel geslaagd. De dansen van Bob Nyhuis zijn ditmaal amusanter dan de vorige maal.
Het programma eindigt met een woedenden ‘Uitverkoop’, die tot de beste nummers behoort. En zoo is het alles bij elkaar toch een heel aardige vertooning, die de belangstelling zeker verdient, en waarlijk niet alleen om den opzet!
Een goed bezet zaaltje (dat zich in zijn nieuwe gedaante uitstekend voor de ‘kleinkunst’ leent) heeft flink geklapt, en Alice Dorell heeft verdiende bloemen ontvangen.
M.t.B.