Renee-Jeanne
Tooneelspel van Nora Jonuxi
Jubileum Tilly Lus

Het stuk, waarmee Tilly Lus gisteren haar veertigjarig tooneeljubileum in de Residentie heeft gevierd, is geen concessie aan het publiek, d.w.z. aan het z.g. ‘groote’ publiek. Het is een eersteling (naar wij vernemen) van een jonge schrijfster, Nora Jonuxi, en het is een wel wat gerekte, maar met zuivere middelen geschreven tragedie van een vrouw, die haar leven opoffert aan een gelofte. De sfeer van dit tooneelspel is die van de provincie; men kent die uit andere Fransche stukken, niet het minst uit ‘Asmodée’ van Mauriac, met wiens katholieke problemen mej. Jonuxi echter niet van doen heeft Wel is Renée-Jeanne driemaal per dag in de kerk om haar ziel te sterken, maar dat is slechts een hulpmiddel in den strijd tegen haar liefde voor Michel Berthier, den broer van haar overleden man Simon Berthier. Aan dezen Simon is zij vastgeketend door een belofte, hem op zijn sterfbed gedaan; zij heeft hem beloofd nooit te zullen hertrouwen, toen zij zichzelf wilde straffen voor haar gedachten aan een mogelijk toekomstig leven met Michel besteed. Deze zelfkastijding wordt op den duur een obsessie; zij wil in de nabijheid van Michel blijven, maar tegelijk verbiedt haar geweten haar iedere tegemoetkoming. Zoo leeft men in den huize Berthier (de vader heeft zich van Renée-Jeanne het beeld geschapen van de ontroostbare trouwe echtgenoote) op een vulkaan, tot de komst van Renée-Jeannes vriendin Yvonne Liserol de uitbarsting brengt; want Yvonne is reeds heimelijk Michels geliefde, en Renée-Jeanne moet nu haar betrekkelijke passiviteit opgeven, met alle mogelijke middelen vechten om Michel in haar nabijheid te houden. Het resultaat is, dat zij alleen achterblijft....

Vooral de sfeer van het huis, waarin iets broeit, heeft mej. Jonuxi soms bijzonder verdienstelijk gesuggereerd, zij het dan ook wat te uitvoerig voor het belang der behandelde stof. Dat zij in het vierde en laatste bedrijf haar heldin in een langen monoloog laat biechten tegenover Yvonne, is minder gelukkig, want dit verhaal was ons langzamerhand uit de reacties van de personages al duidelijk geworden; de spanning concentreert zich op het nachtelijke derde bedrijf, waarin Michel en Yvonne beluisterd worden door de tot vertwijfeling gebrachte Renée-Jeanne.

* * *

Voor Tilly Lus bood het stuk een sterke rol: de verbeten martelares voor een zelfkwelling, Renée-Jeanne. Wij kennen deze sympathieke actrice nu al vele jaren op de planken, en meermalen hebben wij bewonderend over haar groote lyrische zoowel als psychologische talenten kunnen schrijven. Ook ditmaal kan men slechts zeggen, dat Tilly Lus de niet overal even gemakkelijk te hanteeren figuur van deze vrouw met haar haat, die een opgekropte liefde moet uiten en verbergen tegelijk, zeer knap en overtuigend heeft gerealiseerd. Juist het verbetene en krampachtige kwam voortreffelijk tot zijn recht, terwijl men alleen in den monoloog van de laatste acte den indruk kreeg van een lichte verslapping (die deels ook aan de onhandige dramatische compositie van de schrijfster te wijten is); het zwaartepunt lag in de botsing van de derde acte, waarbij Renée-Jeanne zich wil blootgeven en de toeschouwer raadt, welk geheim zij heeft meegedragen. Hier kon mevr. Lus zich geven in de volheid van haar talent, en de eenigszins gedwongen situatie van het slotbedrijf deed aan den indruk daarvan maar weinig schade.

Constant van Kerkhoven speelde hier Michel Berthier: een rol, waarvoor hij niet precies de aangewezen man lijkt, die hij echter met enthousiasme over het voetlicht brengt, soms wel wat te ‘joviaal’ overigens; maar in ieder geval had hij beter verdiend dan de soms hinderlijke lach-reacties van een deel van het publiek, dat blijkbaar met alle geweld den komiek in hem wilde zien, en misschien alleen voor een zeer somberen en mageren Michel wel had willen huilen. Uitstekend was Paul Huf als de vader, die geen kwaad van zijn schoondochter kan hooren en aan het samenwonen met haar zelfs een deel van de genegenheid van zijn zoon opoffert. Mien van Kerckhoven-Kling vond wel den juisten toon voor Renée-Jeannes tegenspeelster Yvonne, en Marie Faassen was een zeer principieel onbeleefd factotum.

M.t.B.