Een glas water
Spel van politiek en liefde door Scribe
Residentie Tooneel
Het werk van Eugène Scribe (1791-1861) heeft er in bestaan een tooneelpubliek van vroeger dagen bezig te houden, maar hij blijkt ook nu nog een object voor onze regisseurs. Eenige jaren geleden werd zijn ‘Glas Water’ voor den dag gehaald door het Hofstadtooneel en geregisseerd door Bets Ranucci-Beckman, die er blijkbaar nog niet genoeg van heeft kunnen krijgen, want ook deze nieuwe opvoering heeft ze weer geënsceneerd. Ik schreef toen, dat wij hier te maken hebben met een stuk, waar de museumlucht van af komt en dat (afgezien van onnoodige en voor ons gevoel alleen maar getrucqueerde uitweidingen) als handig tooneelwerk toch nog vermag te amuseeren. Na het eerste bedrijf, dat sterk ‘trekt’, komen drie bedrijven met zooveel ingewikkelde en door goochelaarskunst opgeloste situaties, dat men er op het laatst van duizelt; Scribe maakte van het politieke en amoureuze leven der achttiende eeuw een negentiende-eeuwsch gezelschapsspel. De nadruk valt dan ook op spel; noch de psychologie der karakters, noch de historische sfeer wordt verantwoord; er is nergens een neiging tot iets anders dan het uitbalanceeren van tooneelverhoudingen; en toch gebeurt er van alles, verdwijnen de ongewenschte personen op de juiste oogenblikken achter de coulissen, verschijnen de gewenschte juist op het oogenblik, dat Scribe hen noodig heeft. Het glas water, dat meewerkt om de favoriete van Queen Ann in ongenade te doen vallen, is maar een van de vele troeven, waarover deze auteur beschikt. En zoo wordt men bezig gehouden, ondanks vlagen museumlucht, ondanks den ietwat ouderwetsch klinkenden dialoog, die het midden houdt tusschen een degelijken stuiversroman en een hedendaagsche vaudeville, maar in ieder geval ook een gezelschapsspel is.
Of graaf Balingbroke, die hier de rol speelt van verzoener van Engeland en Frankrijk, dus voorlooper der Entente Cordiale, werkelijk zooiets geweest is als Scribe suggereert, en of zijn tegenspeelster, de hertogin van Marlborough, werkelijk iets uitstaande heeft met de historische dame van dien naam, kunnen wij gerust in het midden laten. Niet de diplomatie, maar een gezelschapsspel, dat zich als diplomatie vermomt, is Scribes ambitie, en in dezen tak van hofdienst is hij dan ook zeer bedreven. Als het lot van Europa altijd met zulke middelen werd beslist als bij Scribe en de oorlog van nu met evenveel élégance uit den weg werd geruimd als de Spaansche Successieoorlog ten tijde van Queen Ann, dan...... maar laten wij ons vanwege de neutraliteit verder in raadselachtig stilzwijgen hullen.
Als mijn herinnering mij niet bedriegt, heeft deze tweede opvoering van ‘Een Glas Water’ meer sfeer dan die van enkele jaren geleden, al zijn de regie en de meeste rollen in dezelfde handen gebleven. Ditmaal had men een aardigen cocktail gemaakt uit de decors van Hordijk voor ‘Lessen in Laster’, zoodat onwillekeurig iets van Sheridans geest meekwam; deze decorstijl leent zich nu eenmaal uitstekend voor een achttiende-eeuwsch gezelschapsspel, want hij geeft op zichzelf al een impressie van speelschheid, die een meer ‘natuurgetrouw’ decor niet kan leveren. Deze cocktail smaakte dus best. Vooral Dirk Verbeek als Balingbroke bewoog zich met humor en gratie aan dit hof; hij was zeker de beste speler van den avond, al kon men Vera Bondam als koningin Anna ook ten volle waardeeren in haar rol van geregeerde, die meent zelf te regeeren. Jacques de Haas accentueerde met veel succes het lichtelijk idealistisch-onnoozele in den vaandrig Masham, die een waar doorgangshuis is van de hofintrige, terwijl Enny Meunier, als zijn teerbeminde Abigail, een van haar kittige dametjes ten beste gaf. Merkwaardig genoeg was alleen Bets Ranucci-Beckman, die de hertogin van Marlborough speelde, heel weinig op haar plaats, omdat zij niet rolvast was en vrij monotoon sprak; misschien had zij zich te veel met de regie geoccupeerd en zal daarin na de première wel verandering komen. Want te oordeelen naar het geamuseerde publiek van gisteravond, zal ‘Een Glas Water’ het ook na dit begin best doen. De geest van Scribe leidt af van de onaangename werkelijkheid, zonder iets anders te suggereeren dan het spel voor een voorbije wereld en haar intriges, en dergelijke afleiding kan men als een heilzaam moment van vergetelheid beschouwen.
M.t.B.