André Malraux
Niet altijd schieten de litteraire prijzen raak, en de Prix Goncourt maakt op dien regel geen uitzondering. Maar ditmaal mogen wij ons er oprecht over verheugen, dat een eersterangs schrijver met een niet alleen zuiver litterair, maar ook algemeen cultureel hoogst belangrijk oeuvre prijsdrager is geworden.
De auteur Malraux is niet, zooals veel andere auteurs van zijn land, een typisch vertegenwoordiger van dien gemakkelijken, speelschen en altijd charmanten stijl, dien men buiten Frankrijk vergeefs zoekt. Integendeel: zijn boeken dragen het stempel van een persoonlijkheid, die fel, indringend en ‘met schokken’ denkt, die er bovendien niet tegen opziet, om die schokken ook in zijn werk te laten voelen. Voor alles is Malraux een scherp intellect, maar in dezen zin, dat hij het doorzet met de vaart van een sterk temperament. Dit intellect is alweer niet, zooals dat van den Parijschen Boulevard, licht en eigenlijk oppervlakkig; ondanks het feit, dat het snel reageert en voor geen nuance blind is, is het steeds geconcentreerd op één punt: den mensch in zijn conflict tusschen denken en handelen. Garine uit Les Conquérants, Perken uit La Voye Royale, Tsjen, Kyo en Katon uit La Condition Humaine; het zijn allen individuen, wier inzicht in de realiteit van alle handelen contrasteert met hun primaire activiteit. Les Conquérants en La Condition Humaine zijn zgn. revolutieromans, zij spelen beide in het China der burgeroorlogen; maar van zoovele andere revolutieromans onderscheidt zich het werk van Malraux aanstonds, omdat het noch de beschrijving dier revolutie, noch een politieke keuze tot inzet heeft; het is niet communistisch in partijbeteekenis, ook al staat het vaak achter het communisme. Hét groote probleem is bij Malraux altijd de tegelijk denkende en handelende mensch, in zijn (betrekkelijk toevalligen) staat van revolutionnair; wellicht herinnert men zich, dat Malraux daarom destijds een interessante discussie had met Trotski, die het orthodox-revolutionnaire standpunt verdedigde. In La Voye Royale, Malraux' tweeden roman, is trouwens de revolutionnair veranderd in een avonturier; maar ook hier is het niet het avontuur óm het fantastische van het avontuur, dat het centrale punt vormt; evenzeer in den avonturier Perken voltrekt zich het drama van intelligentie en actie, dat voor Malraux' persoonlijkheid kenschetsend is.
La Condition Humaine, het bekroonde boek, kan men dan ook bezwaarlijk qualificeeren als een ‘verhaal van de revolutie, spelend in China’. Het thema is ‘de menschelijke staat bij kookpunt’, zooals du Perron het in een opstel over dezen roman heeft getypeerd. Niet het Shanghai van de politieke tegenstellingen tusschen Tsjang-Kai-Tsjek en de communisten is Malraux' voornaamste object. Dit Shanghai dient hem eigenlijk hoofdzakelijk als milieu voor de menschelijke spanningen, waarvan hij het proces wil geven. De revolutionnairen van Malraux hebben dit ééne (meer ook niet waarschijnlijk) gemeen met de helden van Thomas Mann in Der Zauberberg, dat zij door hun schepper in hun milieu zijn gezet om voor de problemen van dien schepper te kunnen opkomen; het milieu dient om hen te laten bestaan zooals zij zijn. Allen zijn zij in zekeren zin ‘lucide’, intelligent, op één of andere manier op den tast zoekend naar een modus van leven, die ‘oprecht’ is (en toch niet sentimenteel, verheven of vaag). Tsjen, de Chinees met een Europeesche opvoeding achter zich; Gisors, de ‘wijze’ zonder de goedkoope allures der wijsheid, wijs geworden in gezelschap van de opium; Kyo en Katon, de revolutionnairen in volle actie; zij allen vertegenwoordigen, in verschillende nuaanceering, een kant van Malraux' centrale probleem. Als tegenspelers hebben zij den mythomaan Clappique en den grooten zakenman Ferral, die bewijzen met hoeveel menschenkennis deze schrijver ook die personages teekent, wier bestaan auteurs van het tweede plan zoo gemakkelijk tot romantiek en phrasen verleidt.
Dezen zomer sprak ik Malraux in zijn appartement te Parijs, hij woont daar te midden van de curieuze kunstvoorwerpen, die hij van zijn vele reizen meebracht en waarover destijds onder kunsthistorici een en ander te doen is geweest. In hooge mate is hij ook in zijn conversatie de man van zijn boeken: intelligent en nerveus, denkend met geniale schokken, zonder eenige pose en ook zonder eenige ‘artistieke’ affectatie. Zijn uiterlijk is dat van den man, ‘die alles zou kunnen zijn’, alleen geen domoor en geen operazanger; in het gesprek nadert hij niet met omslachtige vak-argumenten tot de kern van het onderwerp, maar met die intuïtieve directheid, waaraan men de intelligentie herkent. Geen aarzelingen, geen woorden ‘á peu près’; precies in de roos schieten, dat is het kenmerk van Malraux' wijze van discussieeren.
Ten onzent heeft zijn werk reeds eenige polemieken ontketend. Op de bewonderende studie over La Conditon Humaine van E. du Perron in Forum volgde een tamelijk misprijzende critiek van J. Tielrooy in De Stem, waarop du Perron nog eens scherp reageerde. Maar bekend mag men Malraux in Nederland nauwelijks noemen. Laten wij hopen, dat er een uitgever te vinden zal zijn voor een goede vertaling van zijn bekroonden roman, die het meer dan waard is, ook hier te lande overal gelezen te worden.
M.t.B.
Malraux kreeg 5 stemmen tegen Charles Braibont 3, Behaine 1 en Paul Nizan 1 stem.
André Malraux, die in 1895 geboren is, had nauwelijks zijn archeologische en historische studies beëindigd of hij trok naar Indo China op zoek naar in de bosschen begraven basreliefs. Daarna nam hij deel aan den opstand in China.
Malraux heeft verklaard, dat deze prijs hem in staat stelt binnen een paar weken te vertrekken voor een expeditie naar Arabië. Voor het overige, zei hij, ben ik zeer verbaasd. Ik heb mijn roman niet naar de leden van de jury gezonden.
Verder zei hij van plan te zijn een roman te schrijven, die in Perzië speelt, over de petroleum, gedeeltelijk politiek en sociaal.
Malraux heeft de volgende boeken geschreven: Les conquérants, La voye royale, Une jeunesse Europienne en het bekroonde boek La condition humaine. Hij is uitgever van de Nouvelle Revue Française.