M. Mok, Badseizoen (Korenbeek & Venemans, Hilversum 1934).

Dit romandebuut van M. Mok, dien men totnogtoe alleen kende uit losse gedichten in de tijdschriften, heeft de verdienste, dat het niet meer geeft dan de auteur in dit stadium van zijn leven geven kan. Het boek handelt in een eenvoudigen, nergens opgeblazen of getruqueerden stijl over het bestaan van enkele eenvoudige menschen in de badplaats Duinwijk (die bij mij onder sterke verdenking staat op Zandvoort te zijn geïnspireerd); het is wel eenigszins in den geest van het ‘simultaneïsme’ opgezet, maar vertoont niet de hinderlijke eigenschappen van dit modegenre. De hoofdpersoon, Frans Doornbos, is een melancholicus, die in zijn eenzaamheid en levensonlust door Mok zonder veel diepgang, maar met sympathieke middelen geteekend is, zoodat men in zijn existentie kan gelooven. Ook de andere personages, die om den langzamerhand ondergaanden Doornbos zijn gegroepeerd, zijn aanvaardbaar, al zijn de heeren uit de hoogere standen minder geslaagd dan de rest.

Een boekje, dat men voor zijn genoegen leest, en dat gunstig afsteekt bij de vele romans, waarvan de schrijvers hun eigen dimensies niet kennen.

M.t.B.