Nieuwe uitgaven

Josef Cohen, Een Vrouw zoekt Liefde (Em. Querido's Uitg.-Mij, Amsterdam 1934).

Josef Cohen laat in dezen zijn roman iemand het volgende peinzen:

‘Kon ik het maar beschrijven, niemand kan dit beschrijven, niemand kan dit teekenen, alle grondstof is voor menschen te zwak, om dit te beschrijven. Woorden zijn te arm, verf is te arm, zelfs muziek is te arm. En ik was nog wel zoo pendant, om te denken, dat ik iets met woorden en klanken en rhythme kon doen’.

Als Josef Cohen, in plaats van deze overwegingen aan een fictieven journalist toe te dichten, zelf eens wat meer in deze richting had gedacht, alvorens aan zijn roman van een straatmeid te beginnen, het ware hem wellicht ten goede gekomen. Nu is zijn boek met den onmogelijke banalen titel een draak-met-goede-bedoelingen geworden, waarin van een moord op een hotelhouder wordt verteld in een nu eens pathetischen, dan weer ‘realistischen’ stijl. Cohens kijk op pooiers, straatmeiden, advocaten, violisten en inspecteurs van politie getuigt van zoo weinig nuchtere, practische menschenkennis, dat men zich er alleen nog over kan verbazen, dat hij zich tot zulke onderwerpen als dit aangetrokken voelt.

Ik herhaal, het is alles goed bedoeld en daardoor nog wel sympathiek, maar verder toch wel erg mislukt.

M.t.B.