Het Venster
Interview met Theodoor Plivier
Van dit tijdschrift van katholieke jongeren is thans het eerste nummer van den derden jaargang verschenen; redacteuren zijn Gerrit Kamphuis, Paul Vlemminx en Huub van der Grinten. Ter verantwoording van het nieuwe jaar schrijft de redactie o.a.:
‘Wij ontvangen geregeld werk ter inzage van jonge schrijvers uit alle richtingen en maandelijks zullen we U een bundeling aanbieden, met dien verstande, dat wij evenals in de vorige jaargangen, verschillende der “jongsten” een kans geven.
Verantwoording af te leggen behoeven wij niet; zoolang in Nederland een tijdschrift verschijnt als b.v. De Nieuwe Gemeenschap, dat gelijkelijk artistieke impotentie en sexueele dwangvoorstellingen verbergt onder het bloedarmoeïg masker van “katholieke” kunst! – heeft het Venster een bestaans-plicht. Al was het maar alleen om onze katholieke lezers te waarschuwen tegen hun geloofsgenooten, die zich niet ontzien om, - met in elke hand het aan iederen geitenfokvereeniging ten dienste staande “R.K.” vlaggetje – stinkende rancunes te bebroeden, waarbij argelooze lezers de dupe worden; vanwege ’t abonnementsgeld en de stank.’
Na deze krachtdadige introductie, die aan duidelijkheid niets te wenschen overlaat, volgt poëzie van Theo J. van der Wal, Levien de Bree, Camp de Basschaerde, Bert Bakker en Bernard Majorick. En stuk proza, ‘De Erfenis’, is niet onderteekend. Een vergissing!
Verder is een joviaal interview, dat Jef Last met Theodoor Plivier gehad heeft, opgenomen. Men leert er o.m. uit dat Plivier drie haringen achter elkaar kan inslikken en dat hij thans door een Parijschen millionair wordt geherbergd. Plivier vertelt ook nog een en ander over zijn nieuwsten roman ‘St Paul’ en het tooneelstuk ‘Haifische’, dat door het ensemble Bouber zal worden gespeeld.
M.t.B.