De ervaren boegsprietlooper
Aanteekeningen van P. Verdoes.
In de cahiers van de Vrije Bladen is als no. 12 van jaargang 11 een kleine studie over den Nobelprijswinnaar Luigi Pirandello verschenen, van de hand van P. Verdoes. Het boekje geeft een vrij volledig biographisch overzicht, dat van informatieve, meer dan van essayistische waarde is; de vele werken van Pirandello worden op grond van veel feitenmateriaal beschouwd en voornamelijk naar den inhoud geanalyseerd. Men had gaarne wat meer van den schrijver zelf in deze handleiding gevonden; hij beperkt zich wel wat al te zeer tot het geven van den anecdotischen Pirandello en laat zich aan de psychologie van zijn slachtoffer te weinig gelegen liggen. Voor hen, die niet op de hoogte zijn van het materiaal, zal het geschrift van Verdoes echter zeker van dienst kunnen zijn.
‘Een ervaren boegsprietlooper’ noemt Verdoes Pirandello: ‘links het meel, rechts het roet’. Hij wil hem echter niet onder de pessimisten rekenen.
‘Pessimist is Luigi Pirandello niet. “Men zal nergens in mijn werk het geringste bewijs vinden, dat ik tegenover het leed der menschheid ooit een sceptisch, relativistisch of nihilistisch standpunt inneem. De stellingen en situaties in mijn werk zijn zonder uitzondering erkenningen van het leven”. Hij vindt het leven vaak een droeve klucht, omdat de mensch zich voortdurend een realiteit schept, welke dan blijkt niet te kunnen bestaan: maar: “mijn kunst is vol bitter medelijden jegens allen, die zich zoo bedriegen, en vol haat tegen het noodlot, dat den mensch daartoe voorbestemt”. “Ik ben de dichter van de tragedie des levens. Het leven, dat verandering ondergaat, moet steeds weer met oude normen breken, nieuwe vinden, die spoedig weer verouderd zijn. Ik schilder de smart, waarin de ziel zich verwringt als een masker: wij zien alleen het masker, het waarachtige wezen in ons allen zien wij nooit en altijd begrijpen wij elkaar verkeerd”. Naar dat waarachtige wezen, diepste kern van menschelijkheid, heeft Pirandello gezocht.
Ik ben schrijver, anders niet, en ik wil ook niet anders zijn: voor mij is niet de gedachte van belang, doch de uitbeelding’. Pirandello geeft diepe levenswijheid, maar hij is tooneelschrijver, geen filosoof, en om moreele of sociale tendens is het hem niet te doen. Meesterlijk is telkenmale zijn exposé en de dialoog leeft uit zichzelf. Wanneer men er naar luistert, is hij glashelder - zoodra men er over napraat, is de samenvatting in andere woorden uiterst moeilijk. Het is met Pirandello zooals Donna Fiorina in ‘Het leven, dat ik je gegeven heb’ zegt van Donn' Anna Luna:
‘In eens komt zij, als van verre, voor den dag met woorden, die niemand zou verwachten. Dingen, die waar zijn, die je meent te kunnen tasten, wanneer zij ze zegt, en waar je een oogenblik later, als je ze overdenkt, verbaasd over staat, omdat zij bij niemand zouden opkomen, en dan jagen ze iemand angst aan’.
M.t.B.