A. Lernet Holenia. Jo en de man te paard. (P.N. van Kampen en Zn., Amsterdam. 1934).
Op den omslag wordt dit boek ons aangekondigd als een ‘luchtig avonturen-boek’. Dit lijkt mij niet bepaald een juiste kwalificatie. De avonturen kunnen op zijn hoogst gerangschikt worden onder de categorie ‘avontuurtjes’ en oppervlakkig en luchtig is ook niet hetzelfde.
De inhoud is als volgt: Jo en de man te paard, een Engelsche majoor Winter, zien elkaar dagelijks. Hij rijdt langs haar venster en zij staat voor dat venster en kijkt naar hem. Op een diplomatenfeest - het geheel speelt in Parijs - ontmoeten zij elkaar en de gevolgen blijven niet uit. Winter verleidt Jo op een zeer origineele wijze, een woedende vader en vele vrienden willen hen tot een huwelijk dwingen en ondanks het feit, dat zij van elkaar houden, weigeren beiden. Als Jo echter hoort, dat Winter's carrière gebroken is, als zij niet trouwen, dwingt zij hem het huwelijk te laten doorgaan. Winter, razend door dit toegeven aan de conventie, laat haar volkomen links liggen en maakt haar doodongelukkig. Hij weet haar echter te beletten hem ontrouw te zijn.
Als Winter in een duel sneuvelt, is Jo toch wanhopig, maar ondertusschen houdt zij het idée-fixe, Winter te moeten bedriegen. Zij is reeds een jaar of vier met een ander gehuwd, als zij plotseling den man ontmoet, waarmee zij Winter ontrouw had willen zijn. Dan ontstaat er een groote verwarring van overspelingen, jaloersche aanbidders, niets bemerkende echtgenooten met als deus ex machina, den man die Winter gedood heeft. Aan het eind trouwt Jo met dezen man.
Het zal wel niet de bedoeling zijn dit boek erg au serieux te nemen, Aan den anderen kant zit het echter ook te vol met tragische gebeurtenissen, dan dat het zuiver en alleen als grap bedoeld zou kunnen zijn. Dit werk met zijn toon en zijn groteske effecten is de charge van een psychologischen roman als zoodanig, ondanks zijn oppervlakkigheid en soms wat goedkoope philosophie, de moeite van het lezen allicht waard. Het boek is vlot geschreven en doortrokken van een geest, die, ware hij wat meer geslepen en toegespitst, het begrip ‘esprit’ zeer dicht zou gaan naderen. Jammer, dat de schrijver zich niet wat meer moeite gegeven heeft.
M.t.B.