Jan Veldman De Glimlach van Maria. (Leiter-Nypels. Maastricht 1934).
Wie zich niet door den omvang van dit werk heeft laten afschrikken, zal het zeker met een voldaan gevoel uit de hand leggen. Veldman is er in geslaagd zijn vele pagina's met voldoend belangrijke handeling te vullen om het geheel boelend te maken.
Olai, zoon van een ongehuwde moeder, wonend in een klein dorp in Letland, wordt als hij er de jaren voor bereikt heeft verliefd op het meisje Katja. De gelukkige toekomst, die hij in zijn levendige fantasie al bereikt meent te hebben, wordt te niet gedaan door de ontdekking van Katja's ontrouw. In zijn woede en wanhoop, slaat hij het meisje neer met een Mariabeeld, dat hem heel dierbaar is en dat hij haar gegeven had. Hij verminkt haar gezicht en wordt voor negen jaar naar de Noordelijke bosschen verbannen. Na eenige jaren wordt 't gevangenkamp door den uitgebroken oorlog en revolutie vernietigd. Olai trekt weer naar Letland met een geheimzinnig doenden vriend, die met hem een kleine boerderij koopt om als dekmantel te dienen voor zijn politieke manipulaties. De vriend moet het land verlaten, Olai ploetert alleen verder op het boerderijtje, huwt met een vrouw, die hij op de markt ontmoet heeft en die later door de niet verwezenlijkte hoop op een kind aan den drank raakt. De herinnering aan wat hij Katja aangedaan had, doet Olai echter op den duur weer zachter gestemd raken tegenover zijn vrouw, de zoo lang verwachte zwangerschap wordt eindelijk een feit en met de geboorte van het kind krijgt het boek een happy end.
De schrijver Veldman is een zeer levendig verteller, die over een krachtige pen beschikt. Onwillekeurig moet men bij het lezen van zijn boek wel eens aan de werken van den Doolaard denken en met die gedachte komt tegelijkertijd de zucht van verlichting, dat Veldman zijn roman vrij heeft weten houden van de bombastische heldhaftigheid en de storm-in-een-glas-water-allures van dezen schrijver, ofschoon het gegeven er gemakkelijker aanleiding toe gegeven zou kunnen hebben. De soberheid van Veldmans opvatting doet aangenaam aan.
Jammer, dat de schrijver het noodig heeft gevonden dien Glimlach van Maria als een mystiek draadje door zijn stoere plastiek te laten loopen. Het is waarschijnlijk zijn bedoeling geweest, deze herinnering van Olai aan zijn Mariabeeld, het Leitmotiv van het boek te doen worden. In plaats daarvan echter maakt het den indruk, dat deze symboliek er met de haren is bijgesleept.
M.t.B.