Willem Gijssels, Leven en Droom (Zuid-Holl. Uitg. Mij., den Haag).
‘Liefdelyriek’ is de ondertitel van dit bundeltje verzen, en niet ten onrechte, want van liefde is steeds sprake en op lyrische wijze. ‘Wellust brandt mij in den boezem’, roept de heer Gijssels ergens uit, maar hij wordt ook ontnuchterd:
Toen zijn wij elk zijns weegs gegaan
en 't was met de apotheoos gedaan.
Toch blijft de heer Gijssels bij alle liefdespijn wel een gemoedelijk mensch:
En als een eendje onderdook,
vond zij het prettig en ik ook.
Er wordt veel over zoenen gesproken (men hoort zelfs van ‘gevierkte zoenen’!) zoodat ook letterlijk niets op den ondertitel is aan te merken. Maar dichterlijke waarde heeft het werk van den heer Gijssels voorshands niet.
M.t.B.