Schietschijf

De Van der Hoogt-prijs 1936

Naar aanleiding van het geruchtmakende geval Marsman en de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde hebben wij gisteren een onderhoud gehad met de Commissie voor Schoone Letteren, die jaarlijks advies uitbrengt over dengeen, die voor den Van der Hoogt-prijs ter aanmoediging van jonge schrijvers in aanmerking komt.

 

Wij vroegen de Commissie, die nog niet aan aftreden scheen te denken, naar de mogelijkheden voor het volgend jaar, nu zij in haar goede voornemens zoo gedwarsboomd is op het stuk van den heer Marsman. De voorzitter der Commissie verklaarde ons daarop, dat men voortaan meer rekening zal houden met de werkelijkheid in het leven en in 1936 den prijs in vieren zal verdeelen. Als gegadigden zal de Commissie dan aanbevelen:

 

Jan Pieter Harmsen, onderwijzer te Groenlo, met hoofdacte; schrijver van een bundeltje dialectpoëzie, getiteld: ‘Bie ons in Grolle’, en van een kleine, doch zeer geprezen grammatica van den tongval bezuiden de Berkel en beoosten de Slinge. De heer Harmsen is sedert jaren lid van de Maatschappij.

 

Mevrouw Anna de Roos-van Bloeien, zonder beroep, echtgenoote van den heer C. de Roos, te Meppel; die reeds eerder prijsdrager was van de biljartvereeniging ‘Het Groene Laken’. Zij schreef een voortreffelijk kinderboek, getiteld: ‘Nog niet naar Bed, want Moeder vertelt’ en heeft voorts groote bekwaamheid in het overtypen van letterkundige manuscripten. Mevrouw de Roos is sedert jaren lid van de Maatschappij.

Feiko Cornelis Hackmeyer, majoor van het Indische leger b.d., oud 80 jaar, te Voorburg. Schreef nog niet, maar was een zeer geregeld lezer van de leestrommel te Modjokerto en is daardoor uitstekend op de hoogte van het litteraire leven. Van hem wordt het groote Nederlandsche boek van een honderdjarige verwacht, zoodat hij eenige aanmoediging wel van noode heeft. Hij is sedert jaren lid van de Maatschappij.

 

Dra. Anton Dacosta, archivaris te Winschoten; beoefende zoowel het lierdicht als den roman als het letterkundig en historisch essay als het korte verhaal als het drama als het blijspel. Zijn voornaamste verdienste is echter het bijeenbrengen van een bloemlezing van huiselijk proza, getiteld: ‘Terug tot Jonathan’, die ook op scholen veel gebruikt wordt. De heer Dacosta is sedert jaren lid der Maatschappij.

‘En de motiveering’ vroegen wij.

 

‘Wij geven voortaan slechts één uniforme motiveering,’ zeide ons de voorzitter, ‘waarvoor wij deze formule gevonden hebhen: de bekroonde trad niet onbescheiden door het tentoonstellen van eigen verdiensten op den voorgrond en ondernam nooit iets tegen de Maatschappij.’

 

‘Waarom deelde u den prijs in vieren?’ vroegen wij nog.

 

‘Omdat wij iedere kans, dat de Van der Hoogt-prijs in zijn geheel in verkeerde handen zal vallen, met wiskundige zekerheid willen voorkomen,’ luidde het antwoord.

 

Sagittarius.