Kunst en letteren

Lucienne Boyer
Kurhaus

Het optreden van Lucienne Boyer heeft reeds het karakter gekregen van een ritueel. Nadat het heerlijke orchestre Isa Volpin een smeltende ouverture heeft ten beste gegeven, verschijnt de kamerheer in buitengewonen dienst (ditmaal de chansonnier Mauricet), die de komst van de hooge persoonlijkheid voorbereidt en tenslotte aankondigt; dan wordt het volkslied ‘Parlez-moi d'amour’ gespeeld (binnenkort zullen ook alle aanwezigen zich van hun plaatsen verheffen, vermoed ik); en daarna verschijnt Zij, Elle, die met haar prachtige, gevoileerde stem het eigenlijke ritueel van ‘amour’ en ‘rêve’ pas recht begint af te wikkelen tot men als toehoorder niet beter weet, of er is op de wereld niets anders meer dan dit spel van afstooten, smeeken, aantrekken, optillen, weer weggooien, zalig zijn, desperaat worden etc. etc. ‘Pourquoi menstu?’ ‘Pourquoi rêver?’ ‘J'ai laissé mon coeur.’ ‘C'est ma faute.’ ‘Viens!’ ‘Reste!’ ‘Rien.... rien.... rien....’

De prachtige stem van Lucienne Boyer heeft zich zoo volledig in dienst gesteld van dit soort zalige kitsch, dat men haar alleen maar kan bewonderen om de geestkracht, waarmee zij zich aan haar métier blijft wijden. Ook gisteravond heeft zij weer een eivolle zaal, die heusch voor een symphonie van Pijper wel wegblijft, weten te enthousiasmeeren en te narcotiseeren beide. Alles wat in de menschelijke ziel fondant, slagroom, Haut Sauterne, vanille ijs, nougat en licht-mousseerende champagne is, wordt door Lucienne Boyer met onfeilbare zekerheid geactiveerd. En daarom: men moet van die smaakjes houden om haar op volle waarde te schatten, anders duurt het wel wat lang. Maar zalig is het, en het ligt niet op den weg van de nurksen der critiek om hier met peper en azijn te komen storen. Dus:

Viens chanter quand même! Prenez les roses de

M.t.B.