Uit den tijd van ‘Mossel wint.’
Th. Wauters, Lief Vaderland Houzee. (Nieuw Europa, A'dam 1937).
Aan een bij het recensie-exemplaar gevoegd verzoek om den roman van Th Wauters spoedig te bespreken, aangezien 't ‘aan de verkiezingen een bijzonder actualiteit ontleent’, heb ik voor 26 Mei door omstandigheden niet kunnen voldoen; maar wat te zeggen van een werk, dat zoozeer op de feiten van den dag is ingeschoten, dat de recensenten ook al tot een recordprestatie moeten worden opgestoomd? Het is n.l. een feit, dat ‘Lief Vaderland Houzee’ enkele maanden n de verkiezingen al weer verouderd is. Het is een als document misschien niet onaardige herinnering geworden aan een tijdperk, dat gekenmerkt werd door den druk van Mussert en zijn aanhang, waarvan niemand den omvang kende; in doorzichtige roman-namen wordt een beeld opgeroepen van ons politieke bedrijf, en een fantastische prognose van den gang van zaken wordt de hoofdzaak van wat Th. Wauters een roman noemde, Mussert heet Mossel, Colijn heet de Geus, de Vlugt de Vletter, etc.; maar houzee blijft houzee. Dit alles is niet boven een grove soort letterkundige journalistiek uitgekomen, en met het werkelijke drama van nationaal socialisme en democratie heeft het weinig uitstaande, al doet de schrijver zich voor als politiek kenner bij uitnemendheid. Misschien behoort deze grofheid (vol goede bedoelingen overigens) tot de befaamde reactie op het ‘al te ver doorgevoerde psychologiseeren’ of zooiets. Dan heeft het kind tenminste een kwieken naam.
Schrijver dezes behoort niet tot degenen, die het fascistische gevaar geweken achten met den val van Mussert of het drossen van dominee van Duyl; maar hij acht den roman van Th. Wauters evenmin zeer dienstig om de bestrijding van dit gevaar krachtiger te organiseeren. En als pamflet beschouwd is een roman toch maar een afleggertje. Daarom zit Th. Wauters tusschen twee stoelen, en het maakt den indruk, dat het half jaar, dat tusschen de verkiezingen ligt en nu, hem in die positie reeds historisch heeft laten worden.
M.t.B.