Kunst en Letteren
Clotilde en Alexandre Sakharoff

Dansavond
Koninklijke Schouwburg.

Het optreden der Sakharoffs geeft ditmaal geen reden tot uitvoerige beschouwingen, aangezien hun dansen vrijwel alle uit vorige programma's bekend waren. En ook de indruk van dit dansen is telkens ongeveer dezelfde: men gaat met gemengde gevoelens naar huis. Men: d.w.z. ik, want niet iedereen denkt er zoo over. Er zijn menschen, die niet gehinderd schijnen te worden door de nadrukkelijke litteraire associaties, waarvan de mindere dansen dezer kunstenaars zoo vol zijn. Bij associaties is het trouwens altijd een quaestie van subjectieven smaak, of men er al dan niet de nadrukkelijkheid in proeft.

Om met het nadrukkelijkste te beginnen: de verbrokkelde ‘Danse du Destin’ is voor mij ongeveer het slechtste wat Alexandre Sakharoff presteert. Deze symboliek doodt alle dansillusie. Zijn ‘Martyr de Saint Sébastien’ daarentegen, hoewel ook zeer litterair angehaubt, is veel overtuigender, en men zou er zelfs ronduit bewondering voor kunnen hebben, wanneer ons niet zoo nadrukkelijk verzocht werd aan een martelscène te denken. Waarom noemt men deze dansen niet eenvoudig Opus zooveel? Het is toch niet strikt noodig de litteraire associaties in den titel uit te drukken; die navolging van Debussy verdient stellig geen aanbeveling, omdat men bij den dans de literatuur niet vergeten kan, zooals bij de muziek. Het best is Alexandre Sakharoff in zijn statige en toch humoristische ‘Pavane Royale’ en in de humoreske ‘Bourrée Fantasque’, waarin hij een charmante mengeling van vogelbekdier en harlekijn suggereert. Vrijwel zonder literatuur, en met maximaal effect.

Clotilde Sakharoff heeft in dit programma haar reputatie door bekende dansen gehandhaafd. Haar gracie bewondert men in de eenvoudige, maar geraffineerde ‘Valse’, haar ‘Jeune Fille au Jardin’ en ‘Poème Printanier’ zijn voorbeelden van een niet naïeve naïveteit; de sensueele ‘Prélude à l'Après-midi d'un Faune’ (met veel litterair impressionisme en, als men het programma mag gelooven, een heele lijdensgeschiedenis, die aan de conceptie voorafging) kan mij, hoewel er veel technisch kunnen in is verwerkt, nog altijd niet sterk bekoren. Maar Clotilde Sakharoff heeft een natuurlijker danstalent dan haar echtgenoot, en in den gemeenschappelijken dans tot slot komt toch hun beider samenwerking steeds weer uitstekend tot haar recht: Bach ‘va à travers le tempérament de Debussy....’

Een volle schouwburg, bloemen, en natuurlijk eenige herhalingen na warm applaus. Carmen Guilbert heeft de begeleiding met tact verzorgd en zelf ook eenige soli gespeeld.

M.t.B.