Het derde deel van de trilogie van mevr. Van Ammers-Küller
Jo van Ammers-Küller. De Getrouwen. (J.M. Meulenhoff, Amsterdam 1938).
De wereld heeft, sedert het verschijnen van het tweede deel der historische trilogie, waaraan mevr. Van Ammers-Küller een paar jaar van haar leven besteedde, al heel wat beroeringen doorgemaakt; maar in het thans verschenen derde deel is van al die emoties niets te merken. Mevr. van Ammers heeft rustig doorgewerkt en is nu van de Fransche revolutie gekomen tot den Napoleontischen tijd (1799-1813), waarover zij op dezelfde smakelijke, kleurige, uitvoerige en oppervlakkige wijze weet te vertellen als over de vorige perioden. Dit derde deel van ‘Heeren, Knechten en Vrouwen’ (dat ik veronderstel het laatste te zullen zijn) heet ‘De Getrouwen’ en handelt weer over de familie Tavelinck, den Amsterdamschen patriciërsstam, die mevr. Van Ammers dient als centrum voor de beschrijving van haar historische episoden. Wij ontmoeten ook hier weer Dirk Egbert Tavelinck, wiens sympathieën, zooals men zich al dan niet zal herinneren, aan Franschen kant zijn, en die het tot hooge militaire posten brengt; hij wordt maarschalk van Napoleon en is als diens getrouwe ook in staat om mevr. Van Ammers gelegenheid te geven ons dezen beroemden held voor te stellen. Wij hooren den Napoleon spreken, wij zien hem actie voeren.... en het is eigenlijk een beetje bewonderenswaardig, dat mevr. Van Ammers, die zich aan psychologische verklaringen niet waagt, er in slaagt ons zooveel over Napoleon te vertellen zonder dat hij anders dan decoratief voor den dag komt; hij is niet eens hinderlijk, deze Napoleon, zooals vele aanstellerige Napoleons uit moderne tooneelstukken; hij is alleen maar vertelstof. Ja, de kunst van het pretentielooze historie-vertellen verstaat mevr. Van Ammers werkelijk heel aardig, en zij is in dit genre eerlijk gezegd toch heel wat beter op dreef dan in werken als ‘Prins Incognito’. Een gezellig historisch babbeltje, maar dan van stevige afmetingen: zoo zou men de geschiedkundige romankunst van mevr. Van Ammers wellicht het zuiverst kunnen karakteriseeren.
Is Dirk Egbert dus van de Fransche partij (wij maken ook met vele andere voorname personagiën kennis, zooals Josephine de Beauharnais, Lodewijk Napoleon. Hortense, zijn vrouw, etc. etc.), Gijsbert Willem Tavelinck treffen wij in het begin van ‘De Getrouwen’ als ambteloos burger aan, die zijn gehechtheid aan Oranje niet heeft willen verloochenen; Oranje komt zelfs, gedurende de dagen van Bergen en Castricum (1799), bij hem te gast, en hij moet voor zijn getrouwheid heel wat ellende verduren. En dan is er nog de celibatair Hendrik Tavelinck, koopman, die in den tijd der douaniers op zijn Hollandsch stevig geld verdient. Het jongere geslacht (Lourens Tavelinck, de zwakke zoon van Dirk Egbert, Bettina, bij wie het bloed kruipt waar het niet gaan kan, en Jan Tavelinck, de stevige Oranjeklant van den anderen tak) speelt in dit deel uiteraard ook een zeer belangrijke rol. Behalve Holland wordt ook het wufte Parijs op zijn tijd in de handeling betrokken, zoodat de lezer zich niet kan beklagen over gebrek aan afwisseling. Trouwens, daar heeft het mevr. Van Ammers nooit aan ontbroken. Waar het haar wèl aan ontbreekt, is hier en elders al zoo vaak uiteengezet, dat wij er niet nog eens op terug zullen komen.
* * *
In een naschrift geeft mevr. Van Ammers een verantwoording van haar historische kennis, waaruit blijkt, dat zij b.v. getracht heeft de figuur Napoleon op grond van de bronnen (het Mémorial de St. Hélène heeft haar veel diensten bewezen) te reconstrueeren. Wij twijfelen aan haar documentatie geen oogenblik, maar het resultaat blijft, zooals gezegd, zuiver decoratief; aangezien mevr. Van Ammers echter ook niets anders begeert, kan men haar dat niet kwalijk nemen, ook niet, dat zij vrij omgaat met de stof. Een roman moet ten slotte bezighouden. Mij persoonlijk bevallen overigens het beste de dagboekbladen van den oud-burgemeester Tavelinck, die een authentieken toon hebben en best voor ‘echt’ kunnen doorgaan.
Voor de lezers van mevr. Van Ammers, die de deelen van haar trilogie waarschijnlijk voor de winteravonden plegen te reserveeren (háár getrouwen), zij nog vermeld, dat men waar voor zijn geld krijgt, quantitatief gesproken; van de Bataafsche republiek tot de wederopstanding van Oranje zijn het bijna 500 compres gedrukte pagina's.
M.t.B.