Henri Bruning en de nieuwe eeuw

Zijn aanval op Van Duinkerken is ‘persoonlijk’

In het katholieke weekblad ‘De Nieuwe Eeuw’ wijdt dr Aug. Cuypers een zeer positief gestemde bespreking aan ‘Verworpen Christendom’ van Henri Bruning, het boek, dat ik hier Zondag j.l. besprak. Merkwaardig is het zuinige onderschrift van de redactie, die velerlei reserves maakt. ‘Zoo wekt het verzet’, heet het, ‘als hij (Henri Bruning) vele schampere passages vlecht in een stuk over Van Duinkerken's ‘Verscheurde Christenheid’, dat nu in zijn nieuwe boek voorkomt. Zelfs de titel van dit opstel (‘Babbelziek Christendom’) kan o.i. niet door den beugel en 't lijkt naïef wanneer hij verwacht, dat op zulke woordkeus vriendelijk en niet-geïrriteerd zal worden gereageerd.

‘Het is niet onze bedoeling, ieder debat over geestelijke aangelegenheden te ontmannen. Henri Bruning blijkt echter herhaaldelijk te behooren tot een “genus irritabile vatum”, dat in de gedachtenwisseling het persoonlijke moeilijk kan afscheiden - ook al ligt de tijd van “De Valbijl” dan ver achter hen.’

Zulk een aanteekening maakt een zonderlingen indruk; blijkbaar is zij een eerste symptoom van het nagelsknippen, waarover ik in mijn artikel sprak; want het is uiterst onwaarschijnlijk, dat Henri Bruning zou verwachten, dat men ‘vriendelijk en niet-geïrriteerd’ op zijn boek zou reageeren! Maar wat positief onaangenaam aandoet, is de poging om Brunings polemiek tegen Anton van Duinkerken tot een aanval van persoonlijken aard neer te drukken. Persoonlijk is dat uitstekende stuk zeker, maar het is allerminst persoonlijk in den denigreerenden zin, dien de redactie van ‘De Nieuwe Eeuw’ aan dat woord meent te moeten hechten. Men zou er de voorkeur aan geven, als een serieuze en loyale polemiek als die van Bruning niet bij voorbaat met zulke zielige argumenten verdacht werd gemaakt.

M.t.B.