Top Naeff in ‘Elsevier’
‘Ik houd van schrijvers, die góed schrijven. Het is een beleefdheid jegens den lezer, die ik zeer hoog op prijs stel. Het is ook een teeken van diepe waardigheid, en het ornaat van flink geoefende geesten.’
Aldus schreef Herman Teirlinck in zijn, ook om den overigen inhoud treffende ‘Inleiding tot het verzameld werk van wijlen Johan de Maegt’.
‘Er zijn er niet velen meer, die er zich nog om bekommeren, om dit goed schrijven, naar den eisch van Herman Teirlinck, wij zijn tegenwoordig al blij wanneer een schrijver zijn goeden roman schrijft in leesbare teekens.
Na “De wingerdrank” is F. Bordewijk daar gelukkig toe overgegaan, zijn laatste roman “Karakter” is, naar men in de pers heeft opgemerkt, weder “gewoon” geschreven.’
Aldus Top Naeff in een bespreking van Bordewijks laatsten roman ‘Karakter’ in de Augustusaflevering van Elsevier. Ik zou gaarne de opmerking willen maken, dat zoo de praatjes in de wereld komen. Iedereen zal het met mevr. Naeff eens zijn, dat schrijvers, die goed schrijven de voorkeur verdienen; maar welk een onhoudbare veralgemeening om het zoo voor te stellen, alsof vroeger het goed schrijven door ‘velen’ werd toegepast, terwijl ‘wij tegenwoordig al blij zijn wanneer een schrijver zijn goeden roman schrijft in leesbare teekens’!
De heer Bordewijk heeft heusch een heel goeden roman geschreven, die ‘Bint’ heette, en de genoemde heer Herman Teirlinck, die door mevr. Naeff als autoriteit van het roemrijke verleden wordt aangehaald, schreef vaak zelf bepaald slecht en in ieder geval hoogst pretentieus. Ik vraag mij af, of mevr. Naeff ‘goed schrijven’ niet verwart met ‘schrijven zooals wij het deden in den goeden ouden tijd’ Anders is het mij onbegrijpelijk, dat zij zulke geruchten kan verspreiden, die op niet meer dan een vooroordeel berusten.
* * *
Carel Scharten (ook een uit het gouden tijdperk van de ‘velen’) publiceert in deze aflevering Grieksche reisindrukken. T.H. Fokker schrijft over Italiaansche gewelfschilderingen aan de hand van fraaie afbeeldingen; Louis Hoyack handelt over het onderwerp ‘Van Grieksch-Romeinsche Plastiek tot Christelijke Ikonographie’. Aan het literaire gedeelte hebben o.a. Fenna de Meyier, Dop Bles, Evert Zandstra en Waldie van Eck meegewerkt.
M.t.B.