Clara Eggink
aan
Menno ter Braak
[na 26 november 1935]
Beste Menno,
als ik deze brief afheb, zal ik trachten eenige inhoud in [onleesbaar] te ontdekken, maar dat is moeilijk; het boek heeft geen inhoud, behalve 100 x afwaschen, 1 kippenhok timmeren, wat fabrieksarbeid, ± 6 maaltijden, wat vrijpartijen, 1 zelfmoord.
Maar ik zal mijn best doen.
Wat de questie G.W. betreft: natuurlijk ben je het niet met mij eens, hoe zou dat zoo plotseling kunnen? Dat sluit echter de mogelijkheid van een vergissing in den persoon van W.A.K. niet uit. Jij mag hem dan tamelijk lang kennen, je kent hem blijkbaar niet zoo lang als ik, want mijn bekendheid dateert uit den tijd dat het Katwijksche strand te klein was, om de verontwaardigingen en afschuwen des heeren K. voor een zekere M.t.B. te bevatten. Nu echter, nu jij ‘de’ man in Den Haag bent...
[Dit] kan je geen insinueeren meer van me noemen. Verder heb ik in dien tijd nog een staaltje van 's mans ware mentaliteit meegemaakt, dat te lang is om hier te beschrijven. K. schijnt zich daar ook heus wel van bewust te zijn, want hij is sindsdien voorgoed uit mijn buurt gebleven. Verder moet je maar eens bij Verster - één van de betrouwbaarste menschen die ik ken - informeeren naar K.'s handelingen ten opzichte van den meubelmaker, die jullie Cubclub presideerde, verricht te zamen met diens huisarts, terwijl genoemde meubelmaker ziek te bedde lag. Je ziet, mijn bezwaren tegen K. dateeren van lang vóór de G.W. questie. Toch ben ik ervan overtuigd dat Strengholt zich onbehoorlijk tegen over hem gedragen heeft, maar ik zou in een dergelijk geval toch altijd wel eens iets naders willen vernemen, dan de éénzijdige inlichtingen van een m.i. niet betrouwbaar persoon.
Het spijt mij, dat je Jacques' conflict met K. er bij gehaald hebt. Ik had het er expres buiten gehouden. Het feit, dat je denkt dat J. ooit neiging zou vertonen om zijn daden ten opzichte van iemand als K. te ‘flatteeren’, pleit niet voor je menschenkennis.
Verder vind ik dat zijn niet betalen van contributie niets te maken heeft met het feit, dat K. geld, dat hij volgens zijn eigen zeggen van S. ontvangen had, na herhaaldelijk verzoek niet aan J. afdroeg en zelfs zoo ver ging, dat hij J.'s brief daar omtrent onbeantwoord liet. Door de ruchtbaarheid, die J. aan het geval gegeven heeft, heeft hij zijn doel bereikt; de duiten zijn gisteren gekomen. Ik ben er van overtuigd dat K.J.'s contributie heusch niet uit zijn eigen zak zal bijpassen, hij heeft dus van J's al of niet betalen niets geen last en er ook niets mee te maken.
Wat je over Greshoff schrijft werpt natuurlijk een ander licht op het geval. Toch vind ik dat je vergelijking met hem en zijn secretaris en jou en mij niet op gaat. Jij zult je er heusch wel voor wachten mijn copie ongezien onder jouw naam te plaatsen of mijn meeningen voor de jouwe te laten doorgaan, wanneer je het volkomen oneens met mij zou zijn. Ik kan toch niet aannemen, dat jij ergens heel diep nog een zwak plekje voor tante Wilma en haar zusteren hebt?
Beste Menno, ik schei er uit, ik zou nog lange vertoogen kunnen houden over het feit, dat je mij geen M.t.B. in mijn schoenen moet schuiven, ofschoon ik ook niet mee wensch te loeien met een bende, die als hij er de kans toe krijgt precies alles doet wat hij nu zoo erg vindt - zie de Sovjet, zie de geheele Vaderlandsche en Algemeenen geschiedenis - en ook mij niet wil laten verslinden, door ongetwijfeld groote fouten van een stelsel, dat vooral in dezen tijd, als reactie ook zijn nut heeft.
Om op een vrediger terrein aan te landen: Menno, als je soms eens aardige kinderboeken te bespreken hebt voor mij, dan wil ik dat graag gratis doen, ten bate van mijn leesgrage zoon.
Hartelijke gr. ook voor A. en van J.
je Clara
P.S. Kunnen jullie, nu de Forumtijd vrij komt, niet eens een deel daarvan gebruiken voor een bezoek hier?
C.
Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum