Menno ter Braak
aan
Jan Engelman

Rotterdam, 19 april 1932

Beukelsdijk 143 b

19 April 1932

Beste Engelman,

Dank voor je brief, en de loyale opvatting daarin ten beste gegeven. In laatste instantie moet je natuurlijk zelf uitmaken, of je je met ons ‘poëtisch wilt ophouen’, ja dan neen. Het zou me echter spijten, wanneer je mijn verzekering niet wilde aanvaarden, dat mijn bezwaar hier niet je genre, maar het werk betreft. Misschien is het één het gevolg van het andere, kan mijn afkeer van het genre zich niet anders manifesteeren dan in afkeer van het afzonderlijke; maar ik heb voor mijzelf ‘Vera Janacopoulos’ om van het tegendeel overtuigd te zijn. - Echter wil ik niet zonder mondeling overleg van deze beslissing afstappen en heb dus aan Roelants en d.P voorgesteld, je gedicht tot de eerstvolgende redactie-vergadering aan te houden. Het betreft hier ook min of meer een zaak van algemeen redactioneel beleid, die de bespreking waard is. Kun je je daar mee vereenigen? De actueele waarde als repliek lijkt me toch een zeer bijzakelijke kant van je vers.

Het leek mij persoonlijk inderdaad niet onmogelijk, dat ‘Ambrosia’ op een mystificatie zou berusten. In deze materie gaat dat begrip echter bijna niet op, evenmin als bij een film van Man Ray; de aardigste mystificaties, kunnen de schoonste associaties, ergo de hoogste puurheden opleveren. ‘Er gaan hem weer eenige dingen voorbij’, zul je zeggen. Daarvan ben ik zelf al a priori overtuigd; en ik hoop, dat ook jij overtuigd zult zijn dat je eenige dingen voorbijgaan. Wat mij in dezen voorbijgaat, beschadigt mij leven niet, het is zelfs noodig voor mij leven. Ik geloof niet in puurheid, wensch dus ook niet te beoordeelen, of ‘Ambrosia’ puurder is dan ‘Vera Janacopoulos’. Ik kan alleen zeggen, dat ik de puurheid van ‘Ambrosia’ als een repliek van ‘Vera J.’ onderga; en hoeveel pure epigonisten hebben wij in Holland niet! Ik nu zou het jammer vinden, in Forum een epigonisme van jezelf te publiceeren; maar nogmaals, ik wil de beslissing uitstellen en zie met spanning het debat tegemoet. Het is n.l. de eerste maal, dat d.P. en ik van meening verschillen inzake Forum.

Het speet mij eenigszins, dat je Marsman als poëtische specialist tegen ons aanvoerde, hij toch zal met name kunnen getuigen, dat wij zooveel mogelijk ruimheid betrachten en door de opname van zijn verzen en ‘Aesthetiek der Reporters’, die b.v. lijnrecht tegen mijn aesthetiek indruischt, probeeren de andere richting recht te laten wedervaren. Het komt me, nogmaals, onjuist voor, dat je ‘Ambrosia’ als test wilt gebruiken, waar je van onze belangstelling in je werk in het algemeen overtuigd kunt zijn.

Over de film later eens. Deze moet weg. Antwoord nog even! h.gr., tt.

Menno ter Braak

Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie