Briefwisseling Menno ter Braak - T. van Hengel-van Enst
T. van Hengel-van Enst
aan
Menno ter Braak
Velp, 17 oktober 1935
Velp 17 Oct. '35
Zeer geachte Heer ter Braak
Inliggend programma van lezingen stuurde mij Mej. v. Enst uit den Haag. Zij was n.l. opgebeld door 'n [Mevr. van] Bronting die haar vertelde, dat de Heer v.d. Meer een lezing zou houden over dèr Mouw's verzen en haar nota bene de volgende vragen stelde: Kunt u mij zeggen wie dèr Mouw's eerste vrouw was? 2. Wat hij doceerde, wiskunde of talen. 3. Waar hij z'n jeugd doorbracht. 4. Waarom hij uit Doetinchem wegging + 'n opgave van leerlingen en oud-leerlingen. - Ik weet niets van den Heer v.d. Meer, alleen de onnoozele vragen die hij nu doet, over dingen die toch niets aan de waarde van de verzen afdoen, omdat hij den onbescheidenheid heeft om over dèr Mouw's persoonlijkheid te willen spreken, daar hij kennelijk niets van hem afweet. Ik vind 't vervelend u lastig te vallen, daar u 't waarschijnlijk heel druk heeft. Ik had aan Victor v. Vriesland kunnen schrijven, maar waar ik me herinner dat Vic. altijd zoo moeilijk te bereiken is, en al a.s. Maandag die lezing gehouden zal worden, wendde ik me tot u hopend dat er nog iets aan te doen zou zijn, mocht u tenminste evenals ik, 't optreden van den Heer v.d. Meer incorrect vinden.
Immers wanneer hij wat over dèr Mouw had willen weten, was toch de weg geweest zich tot Vic. te wenden en niet 'n willekeurige juffrouw 'n ander willekeurig iemand te laten opbellen om onbenullige vragen te doen. M'n zuster heeft indertijd zoo lang geaarzeld voor zij [onleesbaar] vroeg een lezing te houden over dèr Mouw, omdat zij toen al bang was dat dat misschien niet heelemaal in dèr Mouw's geest zou zijn.
Hierbij stuur ik u 'n brief van dèr Mouw indertijd aan mij, die ik na lezing natuurlijk graag terug wil hebben. Ik ben er heel erg zuinig op. Ik heb indertijd met hem zoo veel gecorrespondeerd en gesproken over z'n verzen, dat ik hierin 'n excuus vind, om u hierover lastig te vallen.
Misschien kent u den Heer v.d. Meer en ben ik warm geloopen over niets. Dan was alleen de opzet ongelukkig.
Bij voorbaat dank ik u voor uw moeite. Met beleefde groeten en de meeste hoogachting
T. van Hengel. v. Enst.
Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum