Briefwisseling Menno ter Braak - P. van de Kruk
P. van de Kruk
aan
Menno ter Braak
Loosduinen, 1 juni 1939
Loosduinen, 1 Juni '39
Zeer geachte Heer Ter Braak,
Er gaan geruchten, dat U het landje waarin men blijkbaar alleen in ‘kleine dingen groot’ kan zijn, zal verlaten. Daar ik éénmaal het genoegen heb gehad U te ontmoeten (en dat is voldoende voor iemand die van geen litteraire koffietafel weten wil) kan ik U niet laten gaan zonder U te doen weten dat ik steeds met gespannen aandacht naar U ‘geluisterd’ heb. Slechts twee menschen hebben in mijn leven groote beteekenis gehad, n.l. Wyndham Lewis in Engeland en de auteur van ‘Politicus zonder Partij’ in Holland. Beiden waren voor mij ‘eye-openers’ in de beste zin van dat woord. U te vervelen met wat vlotte lofredenen kan ik niet, doch te beweren dat ik Uw werk altijd met plezier (gemak) gelezen heb zou mijn intelligentie (de parasiteerende soort) te veel aaien.
De bizondere waarde van Uw persoonlijkheid laat zich voor mij het beste samen vatten in een paar zinnen van Shakespeare's Winter Tale (vergeef me de ‘rest van een slecht intellectueel geweten’):
Hierbij gaat het laatste boek van Wyndham Lewis, de schilder.
Het bevat herdrukken van uitverkochte pamphlets met introductie die het geheel up to date brengen.
Ik twijfel er niet aan of U zult er belangwekkende dingen in vinden, vooral in Caliph's Design. Ik hoop dat U dit exemplaar van mij wilt aannemen; aangezien het in mijn geval, de enige manier is om U een pleziertje te doen.
Eigenlijk onnoodig te zeggen dat bovengenoemde geruchten mij alarmeerden tot dit epistel, dat ik U allang had willen schrijven.
Met m'n beste wenschen voor uw onvermoeibaar werkend brein, teeken ik,
met de meeste hoogachting
P. v.d. Kruk
Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum