Menno ter Braak
aan
C.H. Bos-Everts

Tiel, 4 mei 1929

Lieve Lieneke,

Door je brief van gisteren, heb je me gelukkig gerustgesteld over het resultaat van onze ontmoeting. Ik was werkelijk bang, dat je er een zwaarmoedige herinnering aan zoudt bewaren, terwijl het nu blijkt, dat je er, ondanks alles, ondanks alle verkeerde ‘instellingen’, iets aan gehad hebt, evenals ik. Ik heb dus nu des te minder aanleiding, om in het niet te verdwijnen; dat zou ik zeker wel gedaan hebben, als ik de overtuiging had, dat mijn aanwezigheid-in-deze-verhouding je onrustig zou maken. Want een zekere rust heeft toch iedereen nodig, om zich juist zooveel te kunnen handhaven, als voor de meest sceptische mens nog noodig is!

Hartelijk dank voor het boekje van Brouwer; ik haalde je pakje zoo juist af en kon er dus alleen nog maar even in bladeren, maar ik zie al, dat het merkwaardig veel overeenkomst vertoont met datgene, wat ik in het Carnaval der Burgers aan het beweren ben. Zoodra ik het uit heb, zal ik je mijn opinie schrijven, het formaat is juist geschikt, om dienst te doen in de vele treinen tusschen Zaltbommel en Tiel, die ik tegenwoordig moet frequenteeren.

De H.B.S. valt erg mee voorloopig; ik vertel al weer mooie verhaaltjes in de eerste klas en jaag de vijfde op tot een beetje enthousiasme, dat na het eindexamen weer verdwijnt. Maar het is een gemoedelijk instituut. 's Morgens toer ik in de auto van mijn oom prachtig langs de Waal; het is, alsof ik er al weer jaren was. Ik vind zelfs nog tijd, om aan mijn boek te werken, al is het hinderlijk, er telkens door dagen met les uit te raken. Zondag j.l. zag ik in Amsterdam nog even ‘Storm over Azië’, dat tegenviel, en zelfs heb ik hier al een provincieconcert meegemaakt! Niet zonder humor.

Neen, critiek van je op C.Mil. had ik niet verwacht; het is maar half en half iets van mezelf. Al lang weer van me afgevallen.

Dat stuk over het Groote Gekkenhuis heb ik maar verscheurd; toch heb ik het nog even, maar nu wat kalmer, in het volgend nummer van de V.Bl. (waarin later ook fragmenten van het Carn. zullen verschijnen) opgenomen voor Willem Bon.

Houd je maar goed, lieve Lieneke

je Menno

Origineel: particuliere collectie

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie