Elisabeth de Roos
aan
Menno ter Braak

Le Roselier, [25 oktober 1933]

L.M.

Afschuwelijk dat die heer ook E.d.R. heet. Ikzelf zal ons pas werkelijk beklagen als wij onze broodschrijverij zouden moeten onderteekenen, zelfs maar met initialen. Maar helaas, onze (mijn) reputatie is dus nu al niet eerbaar meer? Voor het echter aan deze laatste catastrofe toe is, zal ik nog een beroep probeeren te doen op het Willem Kloosfonds. Ik zou dolgraag in je aanteekenboekje over de kalenderij willen gluren. Je formule voor Céline geeft me er smaak in. Onze vriend Guilloux hier spreekt al met vlijt en behagen over de notarissen; hij voelde zich met dat woord direct zoo thuis alsof hij alle gesprekken in de Feuilleraie had bijgewoond. Het wordt steeds waarschijnlijker dat wij omstreeks Kerstmis in Holland komen (ik in ieder geval); zien we jullie dan in R'dam? Dag aan beiden.

B.

Origineel:Literatuurmuseum, Den Haag

[De brief is geschreven op de brief van E. du Perron aan Menno ter Braak, [25-10-1933]]

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie